Uitvoeringsverordening (EU) nr. 792/2012 voorschriften voor ontwerp van vergunningen, certificaten en andere documenten waarin Verordening (EG) nr. 338/97 voorziet, en wijziging van Verordening (EG) nr. 865/2006
Bijlage I
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2022
- Bronpublicatie:
16-12-2021, PbEU 2021, L 473 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2281)
- Inwerkingtreding
19-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2021, PbEU 2021, L 473 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2281)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Douane (V)
Instructies en toelichtingen
1
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke (weder)uitvoerder, niet van een agent. In het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten, de volledige naam en adresgegevens van de wettige eigenaar. Indien in het geval van een certificaat voor muziekinstrumenten de aanvrager niet de wettelijke eigenaar is, moeten de volledige naam en adresgegevens van zowel de eigenaar als de aanvrager in het formulier worden ingevuld en moet aan de instantie die de vergunning afgeeft, een kopie van een leenovereenkomst tussen de eigenaar en de aanvrager worden verstrekt.
2
De geldigheidsduur van een uitvoervergunning en wederuitvoercertificaat bedraagt ten hoogste zes maanden en die van een invoervergunning ten hoogste twaalf maanden. De geldigheidsduur van een certificaat van persoonlijke eigendom en een certificaat voor muziekinstrumenten bedraagt ten hoogste drie jaar. Na het verstrijken van de geldigheidsduur zijn deze documenten nietig en dienen de originelen en alle kopieën zonder verwijl door de houder aan de administratieve instantie van afgifte te worden teruggestuurd. Een invoervergunning is niet geldig wanneer het corresponderende Cites-document van het land van (weder)uitvoer werd gebruikt voor (weder)uitvoer na het verstrijken van de geldigheidsduur ervan of indien de betrokken specimens meer dan zes maanden na de datum van afgifte in de Unie worden binnengebracht.
3
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke invoerder, niet van een agent. Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
5
Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
6
Voor levende specimens van soorten van bijlage A die geen in gevangenschap gefokte of kunstmatig gekweekte specimens zijn, mag de instantie van afgifte door middel van nadere aanwijzingen in dit vak voorschrijven op welke plaats die specimens moeten worden gehouden. Voor elke overbrenging — behalve voor dringende veterinaire behandeling, en dan op voorwaarde dat de specimens vervolgens onverwijld naar de voorgeschreven plaats worden teruggebracht — is dan de voorafgaande toestemming van de bevoegde administratieve instantie vereist.
8
De omschrijving dient zo precies mogelijk te zijn en dient een drieletterige code te omvatten overeenkomstig bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer. In het geval van een certificaat voor muziekinstrumenten moet de beschrijving van het instrument de bevoegde instantie in staat stellen te verifiëren of het certificaat overeenstemt met het specimen dat wordt in- of uitgevoerd, en moet de beschrijving onder meer de naam van de fabrikant, het serienummer of andere identificatiemiddelen zoals foto's omvatten.
9–10
Gebruik voor het aangeven van de hoeveelheid en/of de nettomassa de eenheden vermeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006.
11
Vul hier het nummer in van de bijlage bij de Cites-overeenkomst (I, II of III) waarin de soort is opgenomen op de dag van de afgifte van de vergunning of het certificaat.
12
Vul hier de letter in van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 (A, B of C) waarin de soort is opgenomen op de dag van de afgifte van de vergunning of het certificaat.
13
Geef de oorsprong aan door middel van één van de volgende codes:
W | Aan de natuur onttrokken specimens |
R | Specimens van dieren die in een gecontroleerd milieu zijn grootgebracht nadat zij als eieren of juvenielen werden onttrokken aan de vrije natuur waar zij anders slechts een zeer kleine kans zouden hebben gehad om te overleven tot het volwassen stadium |
D | Dieren van bijlage A die voor commerciële doeleinden in gevangenschap zijn gefokt in het kader van een in het register van het Cites-secretariaat opgenomen programma overeenkomstig resolutie Conf. 12.10 (Rev. CoP15) en planten van bijlage A die voor commerciële doeleinden kunstmatig zijn gekweekt overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
A | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 voor niet-commerciële doeleinden kunstmatig gekweekte planten van bijlage A en kunstmatig gekweekte planten van de bijlagen B en C, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
C | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 in gevangenschap gefokte dieren, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
F | In gevangenschap geboren dieren met betrekking waartoe niet aan de criteria van hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 is voldaan, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
I | In beslag genomen of verbeurdverklaarde specimens (1) |
O | Van vóór de overeenkomst daterende specimens (1) |
U | Oorsprong onbekend (nader te motiveren) |
X | Specimens die zijn gehaald uit zeegebied dat niet onder de rechtsmacht van een staat valt |
Y | Specimens van planten die zijn verkregen uit geassisteerde productie en die niet worden beschouwd als ‘kunstmatig gekweekt’ in de zin van artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006 (2), en die ook niet als aan de natuur onttrokken worden beschouwd omdat zij worden gekweekt of geplant in een omgeving met een zekere mate van menselijke interventie met het oog op de plantaardige productie. |
14
Geef door middel van een van de volgende codes aan met welk doel de specimens worden (weder)uitgevoerd c. q. ingevoerd:
B | Fok in gevangenschap of kunstmatige kweek |
E | Educatieve doeleinden |
G | Botanische tuinen |
H | Jachttrofeeën |
L | Rechtshandhaving/gerechtelijke en forensische doeleinden |
M | Medische doeleinden (m.i.v. biomedisch onderzoek) |
N | Introductie of re-introductie in het wild |
P | Persoonlijke bezittingen |
Q | Reizende tentoonstellingen (monsterverzameling, circus, menagerie, plantententoonstelling, orkest of museumtentoonstelling die of dat voor commerciële doeleinden aan het publiek wordt vertoond) |
S | Wetenschappelijke doeleinden |
T | Commerciële doeleinden |
Z | Dierentuinen |
15 t/m 17
Het land van herkomst is het land waar de specimens aan de natuur werden onttrokken, in gevangenschap werden geboren en gefokt of kunstmatig werden gekweekt. Als dit een derde land is, moeten in de vakken 16 en 17 de gegevens betreffende de betrokken vergunning worden vermeld. Wanneer specimens die afkomstig zijn uit een lidstaat van de Unie vanuit een andere lidstaat worden uitgevoerd, hoeft in vak 15 alleen de naam van de lidstaat van herkomst te worden vermeld.
18 t/m 20
Het land van laatste wederuitvoer is, in het geval van een wederuitvoercertificaat, het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens werden ingevoerd alvorens zij uit de Unie worden wederuitgevoerd. In het geval van een invoervergunning is het het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens worden ingevoerd. In de vakken 19 en 20 moeten de gegevens betreffende het betrokken wederuitvoercertificaat worden vermeld.
21
De wetenschappelijke naam dient in overeenstemming te zijn met de in bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 genoemde standaardnomenclatuurwerken.
23 t/m 25
Door de bevoegde ambtenaar in te vullen vakken
26
De invoerder/(weder)uitvoerder of zijn agent dient hier in voorkomend geval het nummer van de (lucht)vrachtbrief in te vullen.
27
Wordt ingevuld door het douanekantoor waar de specimens in de Unie worden binnengebracht dan wel uit de Unie worden (weder)uitgevoerd. In het geval van invoer moet het origineel (formulier nr. 1) aan de administratieve instantie van de betrokken lidstaat worden teruggezonden en de kopie voor de houder (formulier nr. 2) aan de invoerder. In het geval van (weder)uitvoer moet de kopie voor terugzending door de douane aan de instantie van afgifte (formulier nr. 3) aan de administratieve instantie van de betrokken lidstaat worden teruggezonden en het origineel (formulier nr. 1) en de kopie voor de houder (formulier nr. 2) aan de (weder)uitvoerder.
Instructies en toelichtingen
1
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke (weder)uitvoerder, niet van een agent. In het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten, de volledige naam en adresgegevens van de wettige eigenaar. Indien in het geval van een muziekinstrumentencertificaat de aanvrager niet de wettelijke eigenaar is, moeten de volledige naam en adresgegevens van zowel de eigenaar als de aanvrager in het formulier worden vermeld en moet aan de instantie die de vergunning afgeeft, een kopie van een leenovereenkomst tussen de eigenaar en de aanvrager worden verstrekt.
2
De geldigheidsduur van een uitvoervergunning en wederuitvoercertificaat bedraagt ten hoogste zes maanden en die van een invoervergunning ten hoogste twaalf maanden. De geldigheidsduur van een certificaat van persoonlijke eigendom en een certificaat voor muziekinstrumenten bedraagt ten hoogste drie jaar. Na het verstrijken van de geldigheidsduur zijn deze documenten nietig en dienen de originelen en alle kopieën zonder verwijl door de houder aan de administratieve instantie van afgifte te worden teruggestuurd. Een invoervergunning is niet geldig wanneer het corresponderende Cites-document van het land van (weder)uitvoer werd gebruikt voor (weder)uitvoer na het verstrijken van de geldigheidsduur ervan of indien de betrokken specimens meer dan zes maanden na de datum van afgifte in de Unie worden binnengebracht.
3
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke invoerder, niet van een agent. Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
5
Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
6
Voor levende specimens van soorten van bijlage A die geen in gevangenschap gefokte of kunstmatig gekweekte specimens zijn, mag de instantie van afgifte door middel van nadere aanwijzingen in dit vak voorschrijven op welke plaats die specimens moeten worden gehouden. Voor elke overbrenging — behalve voor dringende veterinaire behandeling, en dan op voorwaarde dat de specimens vervolgens onverwijld naar de voorgeschreven plaats worden teruggebracht — is dan de voorafgaande toestemming van de bevoegde administratieve instantie vereist.
8
De omschrijving dient zo precies mogelijk te zijn en dient een drieletterige code te omvatten overeenkomstig bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer. In het geval van een certificaat voor muziekinstrumenten moet de beschrijving van het instrument de bevoegde instantie in staat stellen te verifiëren of het certificaat overeenstemt met het specimen dat wordt in- of uitgevoerd, en moet de beschrijving onder meer de naam van de fabrikant, het serienummer of andere identificatiemiddelen zoals foto's omvatten.
9–10
Gebruik voor het aangeven van de hoeveelheid en/of de nettomassa de eenheden vermeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006.
11
Vul hier het nummer in van de bijlage bij de Cites-overeenkomst (I, II of III) waarin de soort is opgenomen op de dag van de afgifte van de vergunning of het certificaat.
12
Vul hier de letter in van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 (A, B of C) waarin de soort is opgenomen op de dag van de afgifte van de vergunning of het certificaat.
13
Geef de oorsprong aan door middel van één van de volgende codes:
W | Aan de natuur onttrokken specimens |
R | Specimens van dieren die in een gecontroleerd milieu zijn grootgebracht nadat zij als eieren of juvenielen werden onttrokken aan de vrije natuur waar zij anders slechts een zeer kleine kans zouden hebben gehad om te overleven tot het volwassen stadium |
D | Dieren van bijlage A die voor commerciële doeleinden in gevangenschap zijn gefokt in het kader van een in het register van het Cites-secretariaat opgenomen programma overeenkomstig resolutie Conf. 12.10 (Rev. CoP15) en planten van bijlage A die voor commerciële doeleinden kunstmatig zijn gekweekt overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
A | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 voor niet-commerciële doeleinden kunstmatig gekweekte planten van bijlage A en kunstmatig gekweekte planten van de bijlagen B en C, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
C | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 in gevangenschap gefokte dieren, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
F | In gevangenschap geboren dieren met betrekking waartoe niet aan de criteria van hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 is voldaan, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
I | In beslag genomen of verbeurdverklaarde specimens (1) |
O | Van vóór de overeenkomst daterende specimens (1) |
U | Oorsprong onbekend (nader te motiveren) |
X | Specimens die zijn gehaald uit zeegebied dat niet onder de rechtsmacht van een staat valt |
Y | Specimens van planten die zijn verkregen uit geassisteerde productie en die niet worden beschouwd als ‘kunstmatig gekweekt’ in de zin van artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006, en die ook niet als aan de natuur onttrokken worden beschouwd omdat zij worden gekweekt of geplant in een omgeving met een zekere mate van menselijke interventie met het oog op de plantaardige productie. |
14
Geef door middel van een van de volgende codes aan met welk doel de specimens worden (weder)uitgevoerd c. q. ingevoerd:
B | Fok in gevangenschap of kunstmatige kweek |
E | Educatieve doeleinden |
G | Botanische tuinen |
H | Jachttrofeeën |
L | Rechtshandhaving/gerechtelijke en forensische doeleinden |
M | Medische doeleinden (m.i.v. biomedisch onderzoek) |
N | Introductie of re-introductie in het wild |
P | Persoonlijke bezittingen |
Q | Reizende tentoonstellingen (monsterverzameling, circus, menagerie, plantententoonstelling, orkest of museumtentoonstelling die of dat voor commerciële doeleinden aan het publiek wordt vertoond) |
S | Wetenschappelijke doeleinden |
T | Commerciële doeleinden |
Z | Dierentuinen |
15 t/m 17
Het land van herkomst is het land waar de specimens aan de natuur werden onttrokken, in gevangenschap werden geboren en gefokt of kunstmatig werden gekweekt. Als dit een derde land is, moeten in de vakken 16 en 17 de gegevens betreffende de betrokken vergunning worden vermeld. Wanneer specimens die afkomstig zijn uit een lidstaat van de Unie vanuit een andere lidstaat worden uitgevoerd, hoeft in vak 15 alleen de naam van de lidstaat van herkomst te worden vermeld.
18 t/m 20
Het land van laatste wederuitvoer is, in het geval van een wederuitvoercertificaat, het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens werden ingevoerd alvorens zij uit de Unie worden wederuitgevoerd. In het geval van een invoervergunning is het het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens worden ingevoerd. In de vakken 19 en 20 moeten de gegevens betreffende het betrokken wederuitvoercertificaat worden vermeld.
21
De wetenschappelijke naam dient in overeenstemming te zijn met de in bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 genoemde standaardnomenclatuurwerken.
23 t/m 25
Door de bevoegde ambtenaar in te vullen vakken
26
De invoerder/(weder)uitvoerder of zijn agent dient hier in voorkomend geval het nummer van de (lucht)vrachtbrief in te vullen.
27
Wordt ingevuld door het douanekantoor waar de specimens in de Unie worden binnengebracht dan wel uit de Unie worden (weder)uitgevoerd. In het geval van invoer moet het origineel (formulier nr. 1) aan de administratieve instantie van de betrokken lidstaat worden teruggezonden en de kopie voor de houder (formulier nr. 2) aan de invoerder. In het geval van (weder)uitvoer moet de kopie voor terugzending door de douane aan de instantie van afgifte (formulier nr. 3) aan de administratieve instantie van de betrokken lidstaat worden teruggezonden en het origineel (formulier nr. 1) en de kopie voor de houder (formulier nr. 2) aan de (weder)uitvoerder.
Instructies en toelichtingen
1
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke (weder)uitvoerder, niet van een agent. In het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten, de volledige naam en adresgegevens van de wettige eigenaar. Indien in het geval van een certificaat voor muziekinstrumenten de aanvrager niet de wettelijke eigenaar is, moeten de volledige naam en adresgegevens van zowel de eigenaar als de aanvrager in het formulier worden vermeld en moet aan de instantie die de vergunning afgeeft, een kopie van een leenovereenkomst tussen de eigenaar en de aanvrager worden verstrekt.
2
De geldigheidsduur van een uitvoervergunning en wederuitvoercertificaat bedraagt ten hoogste zes maanden en die van een invoervergunning ten hoogste twaalf maanden. De geldigheidsduur van een certificaat van persoonlijke eigendom en een certificaat voor muziekinstrumenten bedraagt ten hoogste drie jaar. Na het verstrijken van de geldigheidsduur zijn deze documenten nietig en dienen de originelen en alle kopieën zonder verwijl door de houder aan de administratieve instantie van afgifte te worden teruggestuurd. Een invoervergunning is niet geldig wanneer het corresponderende Cites-document van het land van (weder)uitvoer werd gebruikt voor (weder)uitvoer na het verstrijken van de geldigheidsduur ervan of indien de betrokken specimens meer dan zes maanden na de datum van afgifte in de Unie worden binnengebracht.
3
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke invoerder, niet van een agent. Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
5
Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
6
Voor levende specimens van soorten van bijlage A die geen in gevangenschap gefokte of kunstmatig gekweekte specimens zijn, mag de instantie van afgifte door middel van nadere aanwijzingen in dit vak voorschrijven op welke plaats die specimens moeten worden gehouden. Voor elke overbrenging — behalve voor dringende veterinaire behandeling, en dan op voorwaarde dat de specimens vervolgens onverwijld naar de voorgeschreven plaats worden teruggebracht — is dan de voorafgaande toestemming van de bevoegde administratieve instantie vereist.
8
De omschrijving dient zo precies mogelijk te zijn en dient een drieletterige code te omvatten overeenkomstig bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer. In het geval van een certificaat voor muziekinstrumenten moet de beschrijving van het instrument de bevoegde instantie in staat stellen te verifiëren of het certificaat overeenstemt met het specimen dat wordt in- of uitgevoerd, en moet de beschrijving onder meer de naam van de fabrikant, het serienummer of andere identificatiemiddelen, zoals foto's omvatten.
9–10
Gebruik voor het aangeven van de hoeveelheid en/of de nettomassa de eenheden vermeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006.
11
Vul hier het nummer in van de bijlage bij de Cites-overeenkomst (I, II of III) waarin de soort is opgenomen op de dag van de afgifte van de vergunning of het certificaat.
12
Vul hier de letter in van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 (A, B of C) waarin de soort is opgenomen op de dag van de afgifte van de vergunning of het certificaat.
13
Geef de oorsprong aan door middel van één van de volgende codes:
W | Aan de natuur onttrokken specimens |
R | Specimens van dieren die in een gecontroleerd milieu zijn grootgebracht nadat zij als eieren of juvenielen werden onttrokken aan de vrije natuur waar zij anders slechts een zeer kleine kans zouden hebben gehad om te overleven tot het volwassen stadium |
D | Dieren van bijlage A die voor commerciële doeleinden in gevangenschap zijn gefokt in het kader van een in het register van het Cites-secretariaat opgenomen programma overeenkomstig resolutie Conf. 12.10 (Rev. CoP15) en planten van bijlage A die voor commerciële doeleinden kunstmatig zijn gekweekt overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
A | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 voor niet-commerciële doeleinden kunstmatig gekweekte planten van bijlage A en kunstmatig gekweekte planten van de bijlagen B en C, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
C | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 in gevangenschap gefokte dieren, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
F | In gevangenschap geboren dieren met betrekking waartoe niet aan de criteria van hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 is voldaan, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
I | In beslag genomen of verbeurdverklaarde specimens (1) |
O | Van vóór de overeenkomst daterende specimens (1) |
U | Oorsprong onbekend (nader te motiveren) |
X | Specimens die zijn gehaald uit zeegebied dat niet onder de rechtsmacht van een staat valt |
Y | Specimens van planten die zijn verkregen uit geassisteerde productie en die niet worden beschouwd als ‘kunstmatig gekweekt’ in de zin van artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006, en die ook niet als aan de natuur onttrokken worden beschouwd omdat zij worden gekweekt of geplant in een omgeving met een zekere mate van menselijke interventie met het oog op de plantaardige productie. |
14
Geef door middel van een van de volgende codes aan met welk doel de specimens worden (weder)uitgevoerd c. q. ingevoerd:
B | Fok in gevangenschap of kunstmatige kweek |
E | Educatieve doeleinden |
G | Botanische tuinen |
H | Jachttrofeeën |
L | Rechtshandhaving/gerechtelijke en forensische doeleinden |
M | Medische doeleinden (m.i.v. biomedisch onderzoek) |
N | Introductie of re-introductie in het wild |
P | Persoonlijke bezittingen |
Q | Reizende tentoonstellingen (monsterverzameling, circus, menagerie, plantententoonstelling, orkest of museumtentoonstelling die of dat voor commerciële doeleinden aan het publiek wordt vertoond) |
S | Wetenschappelijke doeleinden |
T | Commerciële doeleinden |
Z | Dierentuinen |
15 t/m 17
Het land van herkomst is het land waar de specimens aan de natuur werden onttrokken, in gevangenschap werden geboren en gefokt of kunstmatig werden gekweekt. Als dit een derde land is, moeten in de vakken 16 en 17 de gegevens betreffende de betrokken vergunning worden vermeld. Wanneer specimens die afkomstig zijn uit een lidstaat van de Unie vanuit een andere lidstaat worden uitgevoerd, hoeft in vak 15 alleen de naam van de lidstaat van herkomst te worden vermeld.
18 t/m 20
Het land van laatste wederuitvoer is, in het geval van een wederuitvoercertificaat, het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens werden ingevoerd alvorens zij uit de Unie worden wederuitgevoerd. In het geval van een invoervergunning is het het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens worden ingevoerd. In de vakken 19 en 20 moeten de gegevens betreffende het betrokken wederuitvoercertificaat worden vermeld.
21
De wetenschappelijke naam dient in overeenstemming te zijn met de in bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 genoemde standaardnomenclatuurwerken.
23 t/m 25
Door de bevoegde ambtenaar in te vullen vakken
26
De invoerder/(weder)uitvoerder of zijn agent dient hier in voorkomend geval het nummer van de (lucht)vrachtbrief in te vullen.
27
Wordt ingevuld door het douanekantoor waar de specimens in de Unie worden binnengebracht dan wel uit de Unie worden (weder)uitgevoerd. In het geval van invoer moet het origineel (formulier nr. 1) aan de administratieve instantie van de betrokken lidstaat worden teruggezonden en de kopie voor de houder (formulier nr. 2) aan de invoerder. In het geval van (weder)uitvoer moet de kopie voor terugzending door de douane aan de instantie van afgifte (formulier nr. 3) aan de administratieve instantie van de betrokken lidstaat worden teruggezonden en het origineel (formulier nr. 1) en de kopie voor de houder (formulier nr. 2) aan de (weder)uitvoerder.
Instructies en toelichtingen
1
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke (weder)uitvoerder, niet van een agent. In het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten, de volledige naam en adresgegevens van de wettige eigenaar. Indien in het geval van een certificaat voor muziekinstrumenten de aanvrager niet de wettelijke eigenaar is, moeten de volledige naam en adresgegevens van zowel de eigenaar als de aanvrager in het formulier worden vermeld en moet aan de instantie die de vergunning afgeeft, een kopie van een leenovereenkomst tussen de eigenaar en de aanvrager worden verstrekt.
2
Niet van toepassing.
3
Volledige naam en volledig adres van de feitelijke invoerder, niet van een agent. Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
5
Niet invullen in het geval van een certificaat van persoonlijke eigendom of een certificaat voor muziekinstrumenten.
6
Dient alleen op het aanvraagformulier te worden ingevuld in het geval van levende specimens van soorten van bijlage A die geen in gevangenschap gefokte of kunstmatig gekweekte specimens zijn.
8
De omschrijving dient zo precies mogelijk te zijn en dient een drieletterige code te omvatten overeenkomstig bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer. In het geval van een certificaat voor muziekinstrumenten moet de beschrijving van het instrument de bevoegde instantie in staat stellen te verifiëren of het certificaat overeenstemt met het specimen dat wordt in- of uitgevoerd, en moet de beschrijving onder meer de naam van de fabrikant, het serienummer of andere identificatiemiddelen zoals foto's omvatten.
9–10
Gebruik voor het aangeven van de hoeveelheid en/of de nettomassa de eenheden vermeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 865/2006.
11
Vul hier het nummer in van de bijlage bij de Cites-overeenkomst (I, II of III) waarin de soort is opgenomen op de dag van de aanvraag van de vergunning of het certificaat.
12
Vul hier de letter in van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 (A, B of C) waarin de soort is opgenomen op de dag van de aanvraag.
13
Geef de oorsprong aan door middel van één van de volgende codes:
W | Aan de natuur onttrokken specimens |
R | Specimens van dieren die in een gecontroleerd milieu zijn grootgebracht nadat zij als eieren of juvenielen werden onttrokken aan de vrije natuur waar zij anders slechts een zeer kleine kans zouden hebben gehad om te overleven tot het volwassen stadium |
D | Dieren van bijlage A die voor commerciële doeleinden in gevangenschap zijn gefokt in het kader van een in het register van het Cites-secretariaat opgenomen programma overeenkomstig resolutie Conf. 12.10 (Rev. CoP15) en planten van bijlage A die voor commerciële doeleinden kunstmatig zijn gekweekt overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
A | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 voor niet-commerciële doeleinden kunstmatig gekweekte planten van bijlage A en kunstmatig gekweekte planten van de bijlagen B en C, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
C | Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 in gevangenschap gefokte dieren, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
F | In gevangenschap geboren dieren met betrekking waartoe niet aan de criteria van hoofdstuk XIII van Verordening (EG) nr. 865/2006 is voldaan, alsmede delen en afgeleide producten daarvan |
I | In beslag genomen of verbeurdverklaarde specimens (1) |
O | Van vóór de overeenkomst daterende specimens (1) |
U | Oorsprong onbekend (nader te motiveren) |
X | Specimens die zijn gehaald uit zeegebied dat niet onder de rechtsmacht van een staat valt |
Y | Specimens van planten die zijn verkregen uit geassisteerde productie en die niet worden beschouwd als ‘kunstmatig gekweekt’ in de zin van artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006, en die ook niet als aan de natuur onttrokken worden beschouwd omdat zij worden gekweekt of geplant in een omgeving met een zekere mate van menselijke interventie met het oog op de plantaardige productie. |
14
Geef door middel van een van de volgende codes aan met welk doel de specimens worden (weder)uitgevoerd c. q. ingevoerd:
B | Fok in gevangenschap of kunstmatige kweek |
E | Educatieve doeleinden |
G | Botanische tuinen |
H | Jachttrofeeën |
L | Rechtshandhaving/gerechtelijke en forensische doeleinden |
M | Medische doeleinden (m.i.v. biomedisch onderzoek) |
N | Introductie of re-introductie in het wild |
P | Persoonlijke bezittingen |
Q | Reizende tentoonstellingen (monsterverzameling, circus, menagerie, plantententoonstelling, orkest of museumtentoonstelling die of dat voor commerciële doeleinden aan het publiek wordt vertoond) |
S | Wetenschappelijke doeleinden |
T | Commerciële doeleinden |
Z | Dierentuinen |
15 t/m 17
Het land van herkomst is het land waar de specimens aan de natuur werden onttrokken, in gevangenschap werden geboren en gefokt of kunstmatig werden gekweekt. Als dit een derde land is, moeten in de vakken 16 en 17 de gegevens betreffende de betrokken vergunning worden vermeld. Wanneer specimens die afkomstig zijn uit een lidstaat van de Unie vanuit een andere lidstaat worden uitgevoerd, hoeft in vak 15 alleen de naam van de lidstaat van herkomst te worden vermeld.
18 t/m 20
Het land van laatste wederuitvoer is, in het geval van een wederuitvoercertificaat, het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens werden ingevoerd alvorens zij uit de Unie worden wederuitgevoerd. In het geval van een invoervergunning is het het wederuitvoerende derde land van waaruit de specimens worden ingevoerd. In de vakken 19 en 20 moeten de gegevens betreffende het betrokken wederuitvoercertificaat worden vermeld.
21
De wetenschappelijke naam dient in overeenstemming te zijn met de in bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 865/2006 genoemde standaardnomenclatuurwerken.
23
Verstrek zo veel mogelijk informatie en motiveer in voorkomend geval het ontbreken van bepaalde hierboven verlangde gegevens.
Voetnoten
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.
Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB L 166 van 19.6.2006, blz. 1).
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.
Alleen gebruiken in combinatie met een andere oorsprongscode.