Rb. Haarlem, 14-11-2006, nr. 128188/06-3106
ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5284
- Instantie
Rechtbank Haarlem
- Datum
14-11-2006
- Zaaknummer
128188/06-3106
- LJN
AZ5284
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5284, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 14‑11‑2006; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
art. 827 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [KEI-Rv]
- Vindplaatsen
JPF 2007/50 met annotatie van prof. mr. P. Vlaardingerbroek
Uitspraak 14‑11‑2006
Inhoudsindicatie
Beide partijen hebben ieder voor zich om toevertrouwing van de minderjarige kinderen van partijen gevraagd alsmede om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning verzocht. De rechtbank zal deze verzoeken van beide partijen afwijzen nu partijen het erover eens zijn dat zij de verzorging en opvoeding van de minderjarigen bij helfte zullen delen en de rechtbank het voorts in het belang van de minderjarigen acht dat deze verzorging in de echtelijke woning plaats kan vinden. Dit houdt in dat de rechtbank van oordeel is dat de minderjarigen in de echtelijke woning blijven wonen en de ouders in het kader van de omgangsregeling afwisselend daar een week zullen verblijven.
Partij(en)
RECHTBANK HAARLEM
Sector Familie- en Jeugdrecht
voorlopige voorzieningen
zaaknummer: 128188/06-3106
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken d.d. 14 november 2006
in de zaak van:
[naam man],
wonende te [woonplaats],
hierna mede te noemen: de man,
procureur: mr. E. Bongers,
advocaat mr. C. van Baalen-van IJzendoorn (Amsterdam),
-- tegen --
[naam vrouw],
wonende te [woonplaats],
hierna mede te noemen: de vrouw,
procureur: mr. P. van de Kolk.
1. Verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- -
het op 22 september 2006 ter griffie van deze rechtbank ontvangen verzoekschrift met bijlage van de man;
- -
het op 24 oktober 2006 ter griffie van deze rechtbank ontvangen verweerschrift met bijlage van de vrouw;
- -
het op 24 oktober 2006 ter griffie van deze rechtbank ontvangen aanvullend verzoekschrift met bijlagen van de man;
en het verhandelde ter terechtzitting op 24 oktober 2006 in aanwezigheid van partijen, mr. Van Baalen-Van IJzendoorn en mr. Van de Kolk.
2. Beoordeling
2.1
Ter terechtzitting is tussen partijen overeenstemming bereikt omtrent een regeling waarbij de minderjarigen [achternaam]:
- -
[naam minderjarige 1] , geboren 1999 te [plaats] en
- -
[naam minderjarige 2] , geboren 2001 te [plaats],
telkens afwisselend één week bij de man en vervolgens één week bij de vrouw verblijven, waarbij de wisseling zal plaatsvinden op vrijdag om 18.00 uur.
Nu deze omgangsregeling in het belang van de minderjarigen is te achten, zal de rechtbank dienovereenkomstig beslissen.
2.2
Beide partijen hebben ieder voor zich om toevertrouwing van de minderjarige kinderen van partijen gevraagd alsmede om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning verzocht.
De rechtbank zal deze verzoeken van beide partijen afwijzen nu partijen het erover eens zijn dat zij de verzorging en opvoeding van de minderjarigen bij helfte zullen delen en de rechtbank het voorts in het belang van de minderjarigen acht dat deze verzorging in de echtelijke woning plaats kan vinden. Dit houdt in dat de rechtbank van oordeel is dat de minderjarigen in de echtelijke woning blijven wonen en de ouders in het kader van de omgangsregeling afwisselend daar een week zullen verblijven, zoals hiervoor omschreven onder 2.1.
2.3
Met betrekking tot de door de man en de vrouw over en weer van elkaar verzochte bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen, zijn partijen het erover eens dat de totale kosten van de beide minderjarigen tezamen € 620,= per maand bedragen. Dit bedrag dient vervolgens in het kader van de voorlopige voorzieningen naar rato van hun inkomen tussen partijen verdeeld te worden. Nu partijen ieder voor 50% voor de kinderen zorgen, is het gevolg hiervan dat de behoefte van de kinderen van € 620,= per maand voor de helft (€ 310,= of € 155,= per kind) bij de man wordt geconsumeerd.
Gelet op het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat het daarnaast alleszins redelijk is dat de man nog een kinderbijdrage aan de vrouw betaalt van € 75,= per kind per maand.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1
Bepaalt in het kader van de omgangsregeling dat de man en de vrouw gerechtigd zijn telkens afwisselend één week van vrijdag 18.00 uur tot de daaropvolgende vrijdag 18.00 uur omgang te hebben met de minderjarigen [naam]:
- [naam minderjarige 1] , geboren op 1999 te [plaats] en
- [naam minderjarige 2] , geboren op 2001 te [plaats],
in die zin dat de ouders in het kader van de omgangsregeling afwisselend een week bij de kinderen in de echtelijke woning zullen verblijven.
3.2
Bepaalt de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen op € 75,-- per kind per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
3.3
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
3.4
Wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Stefels en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 14 november 2006, in tegenwoordigheid van H. Bakker als griffier.