Einde inhoudsopgave
Paspoortbesluit
Artikel 7.1 Redenen van onttrekking
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-10-2020, Stb. 2020, 418 (uitgifte: 04-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2020, Stb. 2020, 462 (uitgifte: 24-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Burgerzaken / Reisdocumenten
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Een reisdocument wordt, naast het in artikel 42, vierde lid, van de wet gestelde, ook terstond definitief aan het verkeer onttrokken door de daartoe op grond van artikel 57 van de wet bevoegde autoriteit die het document onder zich heeft, indien:
- a.
het daartoe, al dan niet bij de uitreiking van een nieuw reisdocument, is ingeleverd;
- b.
het vervallen is verklaard dan wel ingevolge artikel 54, eerste lid, van de wet is ingehouden, tenzij nog een beroepstermijn open staat, een beroepsprocedure aanhangig is of het reisdocument anderszins in een gerechtelijke procedure nodig is;
- c.
het na uitreiking als onbruikbaar is beschouwd ten gevolge van misdruk of verkeerde personalisatie en dientengevolge is ingehouden of ingeleverd;
- d.
het als gevonden reisdocument is ontvangen, tenzij:
- 1°
de gezaghebber in de gelegenheid is het terug te geven aan de in de basisadministratie als ingezetene van zijn openbaar lichaam ingeschreven houder die nog geen verklaring als bedoeld in artikel 31 van de wet heeft afgelegd; of
- 2°
de Minister van Buitenlandse Zaken of de commandant, bedoeld in artikel 4.5, in de gelegenheid is het terug te geven aan de houder, die nog geen verklaring als bedoeld in artikel 31 van de wet heeft afgelegd.
2.
Het eerste lid, aanhef en onderdeel c, is niet van toepassing op onttrekking aan het verkeer van een op grond van artikel 16, eerste lid, van de wet verstrekt laissez-passer door de commandant, bedoeld in artikel 4.5.
3.
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel d, onttrekt de commandant, bedoeld in artikel 4.5, een noodpaspoort of een op grond van artikel 16, eerste lid, van de wet verstrekt laissez-passer terstond definitief aan het verkeer, indien het als gevonden reisdocument is ontvangen.
4.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze van onttrekking aan het verkeer.