Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-06-2015, nr. 24-000250-12
ECLI:NL:GHARL:2015:4333, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
17-06-2015
- Zaaknummer
24-000250-12
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2015:4333, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17‑06‑2015; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2772, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 17‑06‑2015
Inhoudsindicatie
Zedenzaak Ontuchtige handelen (deels in context kinderopvang), artikel 240a Sr en artikel 240b Sr. Bewijsminimum, art. 342, lid 2, Sv. Onvoldoende steunbewijs ten aanzien van twee feiten. Een aantal handelingen is bewijsbaar maar het wettig en overtuigend bewijs dat verdachte met betrekking tot die handelingen ook opzettelijk ontuchtig of opzettelijk oneerbaar heeft gehandeld ontbreekt. Vrijspraak artikel 240a Sr in verband met het ontbreken van bewijs voor opzet. Verdachte wordt veroordeeld voor het vervaardigen van drie kinderpornografische foto's.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 24-000250-12
Uitspraak d.d.: 17 juni 2015
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 24 januari 2012 met parketnummer 07-662721-10 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum ],
wonende te [woonplaats], [woonadres].
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 3 juni 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3A en B, 4 en 5 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van
35 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden van reclasseringstoezicht en het verbod om werkzaamheden of activiteiten te verrichten met minderjarigen, met toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 3],
[benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5]. Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6] heeft de advocaat-generaal gevorderd de vordering toe te wijzen met uitzondering van de gevorderde inkomensschade ad € 8.201,71. Ter zake van de in beslag genomen nog niet terug gegeven voorwerpen heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de zwarte laptop, merk XXODD, met voeding, en de externe harde schijf, merk onbekend, met opschrift "Eminent", met voeding, zullen worden onttrokken aan het verkeer en dat de overige voorwerpen zullen worden terug gegeven aan verdachte. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. R.M.G. Sussenbach, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep van verdachte is gericht tegen de vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzittingen in eerste aanleg en ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1:hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2010 tot en met
21 december 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente] en/of in de gemeente [gemeente] en/of elders in Nederland, als eigenaar van Kinderopvang "[naam]",
met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde [benadeelde partij 1], geboren op
[geboortedatum], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 1], hebbende verdachte (telkens)
- de schaamstreek/onderbuik van die [benadeelde partij 1] betast/aangeraakt en/of
- zijn, verdachtes, hand in het (onder)broekje van die [benadeelde partij 1] gebracht en/of (vervolgens) zijn vinger(s) in haar vagina geduwd/gebracht en/of (vervolgens) haar zogenoemd gevingerd;
en/of
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2010 tot en met
21 december 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente] en/of in de gemeente [gemeente] en/of elders in Nederland, als eigenaar van Kinderopvang "[naam]", met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde [benadeelde partij 1], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte (telkens)
- de schaamstreek/onderbuik van die [benadeelde partij 1] betast/aangeraakt en/of
- zijn, verdachtes, hand in het (onder)broekje van die [benadeelde partij 1] gebracht en/of (vervolgens) met zijn vinger(s) haar vagina en/of de schaamstreek betast/gestreeld/aangeraakt;
2:hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 21 december 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente] en/of in de gemeente [gemeente] en/of elders in Nederland, als eigenaar van Kinderopvang "[naam]", met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde
- [benadeelde partij 1], geboren op [geboortedatum] en/of
- [benadeelde partij 2], geboren op [geboortedatum] en/of
- [benadeelde partij 3], geboren [geboortedatum] en/of
- [benadeelde partij 4], geboren op [geboortedatum] en/of
- [benadeelde partij 5], geboren op [geboortedatum] en/of
- [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] en/of
- [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] en/of
- [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum] en/of
- [slachtoffer 4], geboren [geboortedatum] en/of
- ( een) niet nader bekend geworden kind(eren) dat/die gebruik heeft/hebben gemaakt van de kinderopvang op "[naam]",
die toen (telkens) de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,
hebbende verdachte (telkens) (aan/bij/door) een en/of meerdere van voornoemde kinderen eenmaal of meermalen
A. in een zwembad (te [gemeente]) en/of in de kleed- en/of doucheruimte en/of onder de douche van dat zwembad
- zijn, verdachtes, ontblote penis getoond en/of
- in het zicht van een en/of meerdere van voornoemd(e) kind(eren) zijn, verdachtes, penis aangeraakt en/of vastgehouden en/of aan zijn penis getrokken en/of rukkende en/of trekkende bewegingen gemaakt en/of
- zich aan zijn ontblote penis laten betasten (in het zicht van een en/of meerdere van voornoemde kinderen) en/of
- verzocht (terwijl hij, verdachte, zich volledig ontbloot in het zicht van een en/of meerdere van voornoemd(e) kind(eren) bevond) zijn buik en/of billen en/of benen en/of rug en/of penis, althans zijn (gehele) lichaam in te smeren met crème/zalf en/of zich zijn rug en/of buik en/of benen, althans lichaamsdelen laten insmeren met crème/zalf en/of
- zichzelf in het zicht van een of meerdere van voornoemde kinderen) ingesmeerd met creme/zalf , terwijl hij (volledig) ontbloot was (terwijl voornoemd(e) kind(eren) (volledig) ontbloot waren);
en/of
B. in de Kinderopvang "[naam]" te [plaats]
- ( onder de douche) de (ontblote) vagina, in ieder geval de schaamstreek en/of de rest van het lichaam ingezeept en/of
- in de onderbroek gekeken en/of
- zijn, verdachtes, ontblote penis getoond en/of voorgehouden en/of (vervolgens) gezegd "Wil je aan mijn piemel zitten" of woorden van soortgelijke strekking en/of (daarna) zijn penis laten aanraken/betasten en/of vasthouden en/of met zijn hand(en) zijn penis vastgehouden en/of met zijn hand(en) om zijn penis rukkende en/of trekkende bewegingen gemaakt in het zicht van een en/of meerdere van voornoemd(e) kind(eren) en/of
- ( terwijl een en/of meerdere van voornoemd(e) kind(eren) op zijn/haar/hun rug lag(en)) gewreven en/of geaaid over de (ontblote) buik, in ieder geval over het (ontblote) lichaam en/of
- met zijn, verdachtes, hand en/of vingers over de/het onderbroekje(s) gewreven/geaaid en/of (aldus) over de schaamstreek en/of vagina gewreven/geaaid en/of
- gezegd dat ze zijn/haar/hun onderbroek uit moest(en) doen (hetgeen het/de kind/kinderen ook gedaan hebben, waarna het/de kind/kinderen de overbroek weer hebben aangedaan) en/of (vervolgens) een bezemsteel tussen de benen (door de gulp van de overbroek heen) gestoken (zodat de bezemsteel zich in de schaamstreek bevond) en/of
- opgetild en hem/haar/hen op/over de kop gedraaid en/of (vervolgens) haar/hun broek en/of onderbroek van de billen getrokken/geschoven (waardoor de ontblote schaamstreek en/of billen zichtbaar werden);
en/of
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 21 december 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente] en/of in de gemeente [gemeente] en/of elders in Nederland, als eigenaar van Kinderopvang "[naam]", zich opzettelijk oneerbaar
- op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in de kleed- en/of doucheruimte en/of onder de douche van een zwembad (te [gemeente]) met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden en/of
- op een niet openbare plaats, te weten in de kleed- en/of doucheruimte en/of onder de douche van een zwembad (te [gemeente]), met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden, terwijl daarbij een en/of meerdere kinderen jonger dan zestien jaar huns/zijns/haars ondanks tegenwoordig was/waren en/of
- op een niet openbare plaats, te weten in de Kinderopvang "[naam]" en/of elders, met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden, terwijl daarbij een en/of meerdere kinderen jonger dan zestien jaar huns/zijns/haars ondanks tegenwoordig was/waren;
3:A. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 1996 tot en met
22 april 1998 te [plaats], gemeente [gemeente], (telkens) met (de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige) [benadeelde partij 6] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 6], hebbende verdachte (telkens)
- een harde waterstraal vanuit een douchekop in of tegen de (ontblote) vagina van die
[benadeelde partij 6] aangespoten en/of haar (hardhandig) bij de vagina afgedroogd;
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 1996 tot en met
22 april 1998 te [plaats], gemeente [gemeente], (telkens) met (de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde) [benadeelde partij 6] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte (telkens)
- een harde waterstraal vanuit een douchekop in of tegen de (ontblote) vagina van die
[benadeelde partij 6] aangespoten en/of haar (hardhandig) bij de vagina afgedroogd;
en/of
B. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 1996 tot en met
22 april 1998 en/of de periode van 23 april 1998 tot en met 23 april 1999 te [plaats], gemeente [gemeente], (telkens) met (de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige) [benadeelde partij 6] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van twaalf jaren en/of zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 6], hebbende verdachte (telkens)
- de (ontblote) schaamstreek en/of (in de) vagina en/of clitoris van die [benadeelde partij 6] betast/getast en/of ingesmeerd/ingewreven (met olie en/of zalf);
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 1996 tot en met
22 april 1999 te [plaats], gemeente [gemeente], (telkens) met (de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde) [benadeelde partij 6] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte (telkens)
- de (ontblote) schaamstreek en/of vagina en/of clitoris van die [benadeelde partij 6] betast en/of ingesmeerd/ingewreven (met olie en/of zalf);
4:hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2006 tot en met 21 december 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente], (een) afbeelding(en), waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten:
- ( een) foto('s) van een vrouwspersoon waarop haar ontblote borsten en/of vagina te zien is/zijn en/of
- ( een) foto('s) van (een) kind(eren) waarop de ontblote vagina en/of billen te zien is/zijn heeft vertoond aan (een) minderjarige(n), te weten [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum] en/of (een) andere minderjarige(n), van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger was/waren dan zestien jaar;
5:hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2006 tot en met 21 december 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een afbeelding(en), te weten vier foto('s) en/of twee film(s), en/of (een) gegevensdrager(s), te weten een computer en/of een harddisk bevattende (een) afbeelding(en),
heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit het meerdere malen, in ieder geval éénmaal:
geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) poseert die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon (het truitje/jurkje is omhoog waardoor haar blote buik
zichtbaar is en de (onder)broek is omlaag, ter hoogte van haar knieën) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (foto met bestandsnaam [naam ])
en/of
geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt is/zijn en/of in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding poseert die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (foto met bestandsnaam [naam ] / [naam ] en/of foto met bestandsnaam[naam ] en/of foto met bestandsnaam [naam ] en/of film met bestandnaam [naam ])
en/of
masturberen, in ieder geval het aanraken van zijn, verdachtes penis in de nabijheid van het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (film met bestandsnaam [naam ]);
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, al dan niet een gewoonte heeft gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
m.b.t. het onder 1 ten laste gelegde:
Het hof stelt met betrekking tot het onder 1 ten last gelegde het volgende vast.
[vader], de vader van [benadeelde partij 1], heeft ter zake van dit feit aangifte gedaan naar aanleiding van hetgeen zijn zus, [tante], omtrent dit feit van
[benadeelde partij 1] had gehoord. [benadeelde partij 1] is in de studio verhoord. Daarnaast is de tante van [benadeelde partij 1], de hiervoor genoemde [tante], als getuige gehoord. Zij heeft verklaard wat [benadeelde partij 1] haar over het gebeurde heeft verteld. De bron van de verklaringen van aangever
[vader] en de getuige [tante] is in beide gevallen dezelfde, namelijk
[benadeelde partij 1]. Er is onvoldoende (steun)bewijs aanwezig dat afkomstig is uit een andere bron. Het door L.L.B.M. van Duurling, forensisch arts KNMG,
d.d. 27 december 2010 omtrent [benadeelde partij 1] uitgebrachte forensisch-medische rapport, [nummer], kan niet als zodanig gelden, nu de conclusies in dat rapport niet nopen tot het oordeel dat sprake is geweest van seksueel binnendringen dan wel van ontuchtig handelen door verdachte. De in het genitaal gebied van [benadeelde partij 1] aangetroffen rode lijnvormige verkleuring van circa 0,5 cm. lang zou, volgens genoemde forensische arts, het gevolg kunnen zijn geweest van een krab- of krasletsel, passend bij inwerking van uitwendig geweld met of door een voorwerp met scherprandige delen, zoals bijvoorbeeld een nagel, maar kan ook door een andere oorzaak zijn ontstaan.
Derhalve is met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde niet voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv, zoals hiervoor overwogen. Dit brengt met zich dat het hof verdachte van het onder 1 ten laste gelegde zal vrijspreken.
m.b.t. het onder 2 ten laste gelegde:
Het gaat in dit feit om handelingen die verdachte zou hebben verricht in het bestek van de door hem aangeboden gastouder- en/of kinderopvang.
Het tenlastegelegde feit kenmerkt zich daardoor dat niet is ten laste gelegd jegens welk kind een bepaalde handeling zou zijn verricht. Dit brengt mee dat, indien twee of meer verschillende kinderen verklaren over in de tenlastelegging omschreven handelingen die verdachte zou hebben verricht, voor het bewijs dat verdachte die handeling heeft verricht, aan het bewijsminimum kan zijn voldaan.
Bij de interpretatie van die verklaringen kan het hof er niet aan voorbijgaan dat de verklaringen van de kinderen - met uitzondering van die van [benadeelde partij 1] - tot stand zijn gekomen nadat van gemeentewege voor de ouders van kinderen die deelnamen aan de gastouder- of kinderopvang een informatieavond is gehouden waar melding is gemaakt van mogelijke ontuchtige handelingen (jegens [benadeelde partij 1]) door verdachte. Dat heeft er - begrijpelijkerwijze - toe geleid dat ouders hun kinderen hebben bevraagd over de gang van zaken bij de gastouder- en kinderopvang en melding hebben gedaan van de van hun kinderen vernomen - als vreemd ervaren - incidenten. Deze gang van zaken kan van invloed zijn geweest op hetgeen de kinderen hebben verklaard en op de betekenis die daaraan moet worden toegekend.
Het hof betrekt voorts, met het oog op de vraag of bewezen kan worden dat er sprake is geweest van ontuchtige handelingen, dat wil zeggen handelingen van seksuele aard in strijd met de sociaal-ethische norm, de context waarbinnen de handelingen - indien bewezen - hebben plaats gehad, te weten het bestek van gastouder- en kinderopvang, dat door verdachte in de ten laste gelegde periode werd aangeboden. Deze context brengt mee dat verdachte - met het daarbij horende fysieke contact - de kinderen ook moest verzorgen en verschonen.
Verder dient, om te kunnen spreken van ontuchtige handelingen gepleegd met kinderen, sprake te zijn van een bepaalde interactie tussen verdachte en een of meer kinderen.
Tenslotte moet, om tot het bewijs van het onder feit 2 ten laste gelegde te kunnen komen, bewezen kunnen worden dat verdachte de ontuchtige of oneerbare handelingen opzettelijk heeft verricht.
De verklaringen van verdachte komen erop neer dat het merendeel van de handelingen wordt ontkend dan wel geplaatst in het kader van de verzorging van de kinderen tijdens door hem aangeboden gastouder- en kinderopvang. Een aantal handelingen - bezien tegen de achtergrond van professionele kinderopvang - is niet handig geweest, aldus verdachte, maar het ontuchtige karakter in strafrechtelijke zin daarvan wordt ontkend.
Met betrekking tot de onder feit 2 ten laste gelegde handelingen acht het hof bewezen dat in het zwembad in [gemeente] en in de kinderopvang in [plaats] een of meer kinderen verdachtes ontblote penis hebben kunnen zien, dat in het zwembad in [gemeente] een van de kinderen verdachtes penis heeft aangeraakt, dat verdachte daar, terwijl hij volledig ontbloot was, zijn rug heeft laten insmeren met crème of zalf en zichzelf heeft ingesmeerd met crème of zalf, dat verdachte in de kinderopvang in [plaats] de schaamstreek van een of meer meisjes heeft schoongemaakt, in de onderbroek heeft gekeken, dat verdachte een of meer kinderen over de rug of de buik heeft geaaid, dat verdachte bij een kind een bezemsteel tussen de benen heeft gestoken en dat verdachte een kind heeft opgetild en ondersteboven heeft gehouden waarbij de broek en de onderbroek van de billen is geschoven.
Echter, het wettig en overtuigend bewijs daarvoor dat verdachte deze - op zichzelf staande - handelingen ook opzettelijk ontuchtig heeft verricht of opzettelijk oneerbaar heeft gehandeld, ontbreekt. Daarom spreekt het hof verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde.
m.b.t het onder 3 ten laste gelegde:
Het hof stelt met betrekking tot het onder 3 ten last gelegde het volgende vast.
[benadeelde partij 6] heeft ter zake van dit feit aangifte gedaan. Daarnaast zijn verschillende getuigen omtrent dit feit gehoord, die hebben verklaard wat aangeefster hun over het gebeurde heeft verteld. De bron van deze getuigenverklaringen is in alle gevallen dezelfde, namelijk aangeefster. Er is onvoldoende (steun)bewijs aanwezig om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Derhalve is met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde niet voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv. Dit brengt met zich dat hof verdachte van het onder 3 ten laste gelegde zal vrijspreken.
m.b.t. het onder 4 ten laste gelegde:
Het hof acht niet bewezen dat verdachte opzet heeft gehad, ook niet in voorwaardelijke zin, op het vertonen van de in de tenlastelegging nader aangeduide foto's aan de genoemde minderjarige kinderen. Derhalve dient verdachte van het onder 4 ten laste gelegde feit te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
5:hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 augustus 2006 tot en met 21 december 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente], afbeeldingen, te weten foto's, heeft vervaardigd,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen telkens bestonden uit:
gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt (het truitje/jurkje is omhoog waardoor haar blote buik zichtbaar is en de (onder)broek is omlaag, ter hoogte van haar knieën), waarbij nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden (foto met bestandsnaam
[naam ] en foto met bestandsnaam [naam ] en foto met bestandsnaam [naam ]).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft drie kinderpornografische afbeeldingen van een zeer jong meisje vervaardigd. Op deze afbeeldingen zijn, in drie verschillende posities, telkens nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen van dat meisje in beeld gebracht. Het is een feit van algemene bekendheid dat de nadelige gevolgen die een slachtoffer van het vervaardigen van dergelijke foto's zowel in psychische als in lichamelijke zin kan ondervinden doorgaans bijzonder ingrijpend zijn. Door aldus te handelen lijkt verdachte zich niet te hebben bekommerd om het zeer jonge slachtoffer. Het meisje werd voorts door verdachte opgevangen in de kinderopvang "[naam]" waarvan verdachte eigenaar was en was aldus aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwd. Met name dit gegeven rekent het hof verdachte zeer zwaar aan.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 30 april 2015 blijkt dat verdachte - op een transactie in 1989 na ter zake van een ander delict - niet met justitie is aanraking is gekomen.
Omtrent verdachte is op 21 juli 2011 door drs. M. van Heteren, GZ-psycholoog en vast gerechtelijk deskundige, ter zake van (onder meer) het onder 5 ten laste gelegde een psychologisch rapport uitgebracht. Dit rapport houdt als conclusie onder meer in, zakelijk weergegeven:
Er is bij betrokkene sprake van een gebrekkige ontwikkeling en mogelijk van een ziekelijke stoornis. Verdachte neigt er toe problemen te externaliseren en/of om te zetten in impulsief gedrag. Hij heeft een persoonlijkheidsstoornis NAO met afhankelijke en narcistische trekken ontwikkeld. Dit was ook al ten tijde van (onder meer) het onder 5 ten laste gelegde. Er wordt geadviseerd om betrokkene voor (onder meer) het onder 5 ten laste gelegde, indien bewezen, licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Het hof neemt de conclusie dat de verdachte het onder 5 bewezenverklaarde feit in licht verminderde mate kan worden toegerekend, over en maakt die tot de zijne.
Alles afwegende acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van
13 weken, met aftrek van voorarrest, in beginsel passend en geboden.
Er is echter sprake van - kort gezegd - 'undue delay' in de zin van artikel 6 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Op
1 februari 2012 heeft de verdachte hoger beroep ingesteld. Weliswaar houdt een deel van de sindsdien verstreken tijd verband met door het hof te nemen beslissingen op de onderzoekwensen van verdachte en de vervanging van de toenmalige raadsvrouw door de huidige raadsman, doch dit rechtvaardigt niet een dergelijke lange duur van de behandeling in hoger beroep. Dit betekent dat de redelijke termijn van berechting in hoger beroep is overschreden. In verband met voormelde overschrijding zal het hof de op te leggen gevangenisstraf matigen in die zin, dat een gevangenisstraf voor de duur van 12 weken zal worden opgelegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg deels niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort. Ter zitting van het hof is door de vertegenwoordiger van de benadeelde partij verzocht de vordering in eerste aanleg te vermeerderen met de reiskosten die de vertegenwoordiger van de benadeelde partij in hoger beroep heeft gemaakt.
Nu aan de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht op die feiten wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich ter zake van het onder 2 ten laste gelegde in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort. Ter zitting van het hof is door de vertegenwoordiger van de benadeelde partij verzocht de vordering in eerste aanleg te vermeerderen met de reiskosten die de vertegenwoordiger van de benadeelde partij in hoger beroep heeft gemaakt.
Nu aan de verdachte ter zake van het onder 2 geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht op dit feit wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich ter zake van het onder 2 ten laste gelegde in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg deels niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Nu aan de verdachte ter zake van het onder 2 geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht op dit feit wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich ter zake van het onder 2 ten laste gelegde in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg deels niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Nu aan de verdachte ter zake van het onder 2 geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht op dit feit wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich ter zake van het onder 2 ten laste gelegde in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg deels niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Nu aan de verdachte ter zake van het onder 2 geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht op dit feit wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich ter zake van het onder 3 ten laste gelegde in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg deels niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort. Ter zitting van het hof is door de advocaat van de benadeelde partij verzocht de vordering in eerste aanleg te vermeerderen met de reiskosten die de benadeelde partij in hoger beroep heeft gemaakt.
Nu aan de verdachte ter zake van het onder 3 geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht op dit feit wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Onttrekking aan het verkeer
De door het hof aan het verkeer te onttrekken zwarte laptop, merk XXODD, met voeding, is daarvoor vatbaar. Immers met behulp daarvan zijn de hiervoor onder 5 bewezen verklaarde feiten begaan en dit voorwerp is van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Beslissing met betrekking tot de overige in beslag genomen voorwerpen
Het hof zal de teruggave aan verdachte gelasten van de overige in beslag genomen niet terug gegeven voorwerpen, aangezien er geen gronden zijn voor een andere beslissing daaromtrent.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 4 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 5 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 zwarte laptop, merk XXODD, met voeding.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 2 zwarte laptops, merk Acer, met voeding;
- 1 zwarte laptop, merk Toshiba, met voeding;
- 1 digitale fotocamera;
- 1 externe harde schijf, merk onbekend, met opschrift "Eminent", met voeding.
- 1 harddisk, merk Western Digital, met voeding;
- 1 zwarte memorycard, merk Scandisk Ultra 11, 2 gb.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in haar vordering tot schadevergoeding
niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] in haar vordering tot schadevergoeding
niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] in haar vordering tot schadevergoeding
niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 5] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 6] in haar vordering tot schadevergoeding
niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter,
mr. J.J. Beswerda en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van G.A. Boersma, griffier,
en op 17 juni 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.