Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 38w [Vervangende hechtenis bij niet voloen vrijheidsbeperkende maatregel]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2012
- Bronpublicatie:
17-11-2011, Stb. 2011, 546 (uitgifte: 25-11-2011, kamerstukken: 32551)
- Inwerkingtreding
01-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2011, Stb. 2011, 615 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
1.
In het vonnis waarbij de maatregel als bedoeld in artikel 38v wordt opgelegd, beveelt de rechter dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan.
2.
De rechter bepaalt in het vonnis de duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis wordt in gehele dagen, weken of maanden vastgesteld en bedraagt ten minste drie dagen.
3.
De totale duur van de tenuitvoergelegde vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden.
4.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de maatregel, bedoeld in artikel 38v, tweede lid, niet op.