NJB 2013/401
De bevoegdheid uit art. 414 lid 1 tweede volzin Sv om voor of bij de behandeling van een zaak in hoger beroep nieuwe bescheiden of stukken van overtuiging over te leggen, is onderworpen aan de beginselen van een behoorlijke procesorde. Daarnaast verzet art. 8 lid 1 EVRM zich ertegen gegevens van zeer persoonlijke en vertrouwelijke aard zonder toestemming van de betrokkene zonder meer aan een dossier in een tegen een ander lopende strafzaak toe te voegen.
HR 29-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8962
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu en N. Jörg
- Zaaknummer
11/01227
- LJN
BY8962
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY8962, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑01‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY8962, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
De bevoegdheid uit art. 414 lid 1 tweede volzin Sv om voor of bij de behandeling van een zaak in hoger beroep nieuwe bescheiden of stukken van overtuiging over te leggen, is onderworpen aan de beginselen van een behoorlijke procesorde. Daarnaast verzet art. 8 lid 1 EVRM zich ertegen gegevens van zeer persoonlijke en vertrouwelijke aard zonder toestemming van de betrokkene zonder meer aan een dossier in een tegen een ander lopende strafzaak toe te voegen.
Partij(en)
Uitspraak
Inleiding:
In deze ontuchtzaak verklaart de raadsvrouw in hoger beroep dat zij aan haar pleitnota een verslag heeft gehecht, dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.