Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument
Artikel 21 Deelneming aan aanbestedingen en overeenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2006
- Bronpublicatie:
24-10-2006, PbEU 2006, L 310 (uitgifte: 09-11-2006, regelingnummer: 1638/2006)
- Inwerkingtreding
29-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2006, PbEU 2006, L 310 (uitgifte: 09-11-2006, regelingnummer: 1638/2006)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Deelneming aan de gunning van overeenkomsten voor de plaatsing van opdrachten of de toekenning van subsidies die uit hoofde van deze verordening worden gefinancierd, staat open voor alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van en rechtspersonen die gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Gemeenschap, een land dat onder deze verordening valt, een land dat in aanmerking komt voor een instrument inzake pretoetredingssteun ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (1) of een lidstaat van de EER.
2.
De Commissie kan in naar behoren gemotiveerde gevallen de deelneming toestaan van natuurlijke personen die onderdaan zijn van en rechtspersonen die gevestigd zijn in een land met traditionele economische, handels- of geografische banden met buurlanden, evenals het gebruik van leveranties en materialen van afwijkende oorsprong.
3.
Deelneming aan de gunning van overeenkomsten voor de plaatsing van opdrachten of de toekenning van subsidies die uit hoofde van deze verordening worden gefinancierd, staat ook open voor alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van en rechtspersonen die gevestigd zijn in een ander land dan de in lid 1 genoemde, in die gevallen waarin wederzijdse toegang tot buitenlandse hulp tot stand is gebracht. Wederzijdse toegang wordt verleend indien een land op gelijke voorwaarden toegang verleent aan de lidstaten en het betreffende ontvangende land.
Wederzijdse toegang tot de buitenlandse hulp van de Gemeenschap komt tot stand door een specifiek besluit over een bepaald land of regionale groep van landen. Een dergelijk besluit wordt door de Commissie genomen volgens de procedure van artikel 26, lid 2, en blijft ten minste één jaar van kracht.
De verlening van wederzijdse toegang tot buitenlandse hulp van de Gemeenschap wordt gebaseerd op een vergelijking tussen de Gemeenschap en andere donors en geldt voor een bepaalde sector of een heel land, ongeacht de vraag of het een donor- of een ontvangend land is. Het besluit over de toekenning van wederkerigheid aan een donorland wordt gebaseerd op de transparantie, consistentie en evenredigheid van de door die donor verleende hulp, kwantitatief zowel als kwalitatief gezien. Begunstigde landen worden bij het in dit lid beschreven proces geraadpleegd.
4.
De deelneming aan de gunning van overeenkomsten voor de plaatsing van opdrachten of de toekenning van subsidies die uit hoofde van deze verordening worden gefinancierd staat open voor internationale organisaties.
5.
Deskundigen die worden voorgesteld in de context van procedures voor de gunning van overeenkomsten behoeven niet aan de bovengenoemde eisen inzake nationaliteit te voldoen.
6.
Alle leveranties en materialen die worden aangekocht uit hoofde van overeenkomsten die krachtens deze verordening worden gefinancierd, zijn van oorsprong uit de Gemeenschap of uit een land dat uit hoofde van dit artikel in aanmerking komt. De in deze verordening gebezigde term ‘van oorsprong’ wordt gedefinieerd in de desbetreffende communautaire wetgeving over de regels van oorsprong inzake douane-aangelegenheden.
7.
De Commissie kan in naar behoren gemotiveerde gevallen de deelneming toestaan van natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en van rechtspersonen die gevestigd zijn in andere dan de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde landen, of het gebruik van leveranties of de aankoop van materialen van andere oorsprong, dan die bedoeld in lid 6. Afwijkingen kunnen gebillijkt worden op grond van het niet beschikbaar zijn van producten en diensten op de markten van de desbetreffende landen, in gevallen van uiterste nood, of als de selectievoorwaarden de verwerkelijking van een project, een programma of een actie onmogelijk of extreem problematisch zouden maken.
8.
Wanneer de Gemeenschap een actie financiert die wordt uitgevoerd via een internationale organisatie, staat de deelname aan de desbetreffende contractprocedures open voor alle natuurlijke en rechtspersonen, die daarvoor volgens de leden 1, 2 en 3 in aanmerking komen, en voor alle natuurlijke en rechtspersonen die daarvoor volgens de regels van de bedoelde organisatie in aanmerking komen, waarbij ervoor gezorgd moet worden dat alle donoren een gelijke behandeling ontvangen. Dezelfde regels zijn van toepassing voor leveranties, materialen en deskundigen.
Wanneer de Gemeenschap met medefinanciering van een lidstaat een actie met een derde land financiert, in het kader van het wederkerigheidsbeginsel als bedoeld in lid 2, of met een regionale organisatie, staat deelname aan de desbetreffende contractprocedures open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die daarvoor volgens de leden 1, 2 en 3 in aanmerking komen en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die daarvoor volgens de regels van bedoelde lidstaat, het derde land of de regionale organisatie in aanmerking komen. Dezelfde regels gelden voor leverancies, materialen en deskundigen.
9.
Ingeval bijstand van de Gemeenschap krachtens deze verordening wordt beheerd door een gemeenschappelijke beheersautoriteit als bedoeld in artikel 10, zijn de regels inzake de plaatsing van opdrachten, die welke zijn vastgelegd in de in artikel 11 bedoelde uitvoeringsvoorschriften.
10.
Inschrijvers aan wie in het kader van deze verordening contracten worden gegund, moeten zich houden aan basisarbeidsvoorwaarden zoals vastgelegd in de desbetreffende overeenkomsten van de Internationale Arbeidsorganisatie.
11.
De leden 1 tot en met 10 laten de deelneming onverlet van categorieën van organisaties die daarvoor, gezien de doelstellingen van de actie, door hun karakter of hun vestigingsplaats, in aanmerking komen.
Voetnoten
PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82.