Einde inhoudsopgave
Besluit basisregistratie ondergrond
Artikel 2.3.0
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 jo Stb. 2021, 611 (uitgifte: 16-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 jo Stb. 2021, 611 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Milieurecht / Bodem
Als brondocument met betrekking tot de in deze paragraaf genoemde registratieobjecten wordt uitsluitend aangewezen een document met de resultaten van een onderzoek in het kader van grondwatermonitoring dat door of in opdracht van een bestuursorgaan is uitgevoerd, gewijzigd of wordt gebruikt:
- a.
met de bedoeling om dat voor ten minste één jaar te doen,
- b.
voor het genereren van gegevens die worden verstrekt in het kader van een aanvraag van een vergunning of het doen van een melding ten behoeve van het verrichten van:
- 1°
wateronttrekkingsactiviteiten als bedoeld in artikel 6.37, eerste lid, of artikel 16.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving; of
- 2°
wateronttrekkingsactiviteiten inhoudende het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, die op grond van een omgevingsverordening of waterschapsverordening als vergunningplichtig of meldingplichtig is aangewezen; of
- c.
voor het genereren van gegevens die worden verstrekt in het kader van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor of het doen van een melding van een wateronttrekkingsactiviteit op grond van een omgevingsverordening of waterschapsverordening, inhoudende het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, of
- d.
voor het verkrijgen van representatief inzicht in de geohydrologische situatie ter plaatse indien de ruimtelijk spreiding van de overige grondwatermonitoringputten in de nabijheid niet afdoende is om dat inzicht te krijgen.