Einde inhoudsopgave
Wet toetreding zorgaanbieders
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
10-06-2020, Stb. 2020, 180 (uitgifte: 19-06-2020, kamerstukken: 34767)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, Stb. 2021, 344 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Onze Minister kan de toelatingsvergunning intrekken, indien:
- a.
de zorgaanbieder gedurende een jaar de bij of krachtens artikel 4 bedoelde zorg of dienst niet heeft verleend of heeft doen verlenen;
- b.
de zorgaanbieder ophoudt te bestaan of diens bestuursstructuur aanzienlijk wijzigt;
- c.
niet wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdelen a, b, c of d, of derde lid;
- d.
artikel 35, eerste, tweede, zesde of zevende lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg is overtreden; of
- e.
de zorgaanbieder onjuiste gegevens heeft verstrekt terwijl op grond van de juiste gegevens de toelatingsvergunning zou zijn geweigerd.
2.
Onze Minister kan de toelatingsvergunning intrekken, indien de zorgaanbieder in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen op verzoek van Onze Minister geen verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens kan verstrekken ten behoeve van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van die wet of een natuurlijke persoon die behoort tot een van de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën van natuurlijke personen. De verklaring is niet ouder dan 3 maanden.