Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2009/315/JBZ betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten
Artikel 7 Antwoord op een verzoek om gegevens over veroordelingen
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Besluit 2009/316/JBZ wordt vanaf 28-06-2022 vervangen ten aanzien van de lidstaten die door deze wijziging gebonden zijn, onverminderd de verplichtingen van die lidstaten met betrekking tot de datum voor de tenuitvoerlegging van dat besluit.
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 151 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/884)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 151 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/884)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De centrale autoriteit van de lidstaat van nationaliteit die op grond van artikel 6 een verzoek om gegevens uit het strafregister ten behoeve van een strafrechtelijke procedure ontvangt, verstrekt aan de centrale autoriteit van de verzoekende lidstaat de volgende informatie:
- a)
de in een strafregister vermelde nationale veroordelingen;
- b)
de in andere lidstaten uitgesproken veroordelingen die haar na 27 april 2012 overeenkomstig artikel 4 zijn meegedeeld en overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, zijn opgeslagen;
- c)
de in een andere lidstaat uitgesproken veroordelingen die haar uiterlijk op 27 april 2012 zijn meegedeeld en die in het strafregister zijn opgenomen;
- d)
de in een derde land uitgesproken veroordelingen die haar zijn meegedeeld en die in het strafregister zijn opgetekend.
2.
De centrale autoriteit van de lidstaat van nationaliteit, die op grond van artikel 6 een verzoek om informatie uit het strafregister voor een ander doel dan een strafrechtelijke procedure ontvangt, beantwoordt dit verzoek, ten aanzien van nationale veroordelingen en in derde landen uitgesproken veroordelingen waarvan hij in kennis is gesteld en die in zijn strafregister zijn vermeld, overeenkomstig het nationale recht.
Met betrekking tot de veroordelingen die in een andere lidstaat zijn uitgesproken en aan de lidstaat van nationaliteit zijn meegedeeld, zendt de centrale autoriteit van de lidstaat van nationaliteit de overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, opgeslagen informatie, en de aan deze centrale autoriteit uiterlijk op 27 april 2012 meegedeelde en in zijn strafregister opgenomen gegevens overeenkomstig het nationale recht aan de verzoekende lidstaat toe.
Bij het toezenden van informatie volgens artikel 4 kan de centrale autoriteit van de lidstaat van veroordeling de centrale autoriteit van de lidstaat van nationaliteit meedelen dat de aan deze laatstbedoelde centrale autoriteit toegezonden informatie over de in de eerstbedoelde lidstaat uitgesproken veroordelingen uitsluitend ten behoeve van een strafrechtelijke procedure mag worden doorgegeven. De centrale autoriteit van de lidstaat van nationaliteit deelt in het bedoelde geval aan de verzoekende lidstaat mee van welke andere lidstaat zij de informatie betreffende de veroordelingen heeft ontvangen, zodat de verzoekende lidstaat zich rechtstreeks tot de lidstaat van veroordeling kan richten.
3.
Het door een derde land aan de centrale autoriteit van de lidstaat van nationaliteit gerichte verzoek om strafregistergegevens betreffende veroordelingen die deze lidstaat door een andere lidstaat zijn meegedeeld, kan door de lidstaat van nationaliteit slechts worden beantwoord binnen de in de leden 1 en 2 gestelde beperkingen op het doorgeven van informatie aan andere lidstaten.
4.
Wanneer informatie uit het strafregister over veroordelingen van een onderdaan van een lidstaat uit hoofde van artikel 6 wordt opgevraagd bij de centrale autoriteit van een andere lidstaat dan die waarvan de betrokkene de nationaliteit heeft, verstrekt de aangezochte lidstaat deze informatie in dezelfde hoeveelheid als bepaald in artikel 13 van het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken.
4 bis.
Wanneer informatie uit het strafregister over veroordelingen van een onderdaan van een derde land uit hoofde van artikel 6 wordt opgevraagd ten behoeve van een strafrechtelijke procedure, verstrekt de aangezochte lidstaat informatie over alle in de aangezochte lidstaat uitgesproken en in het strafregister opgenomen veroordelingen, alsmede informatie over alle in derde landen uitgesproken veroordelingen die vervolgens aan de aangezochte lidstaat zijn medegedeeld en in het strafregister zijn opgenomen.
Indien die informatie voor andere doeleinden dan een strafrechtelijke procedure wordt opgevraagd, is lid 2 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
5.
Het antwoord wordt door middel van het in de bijlage vastgestelde formulier verstrekt. Het gaat vergezeld van een uittreksel uit het strafregister, met inachtneming van het nationale recht.