AB 2020/173
Nederlanderschap. Evenredigheidsbeginsel. Gevolgen automatisch verlies Nederlanderschap toetsen aan Unierecht.
ABRvS 12-02-2020, ECLI:NL:RVS:2020:423, m.nt. P.R. Rodrigues
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 februari 2020
- Magistraten
Mrs. D.A.C. Slump, J.J. van Eck, J.W. van de Gronden
- Zaaknummer
201504577/2/A3, 201507057/2/A3, 201508588/2/A3, 201601993/2/A3, 201604943/1/A3 en 201608752/1/A3
- Noot
P.R. Rodrigues
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS195757:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:423, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑02‑2020
- Wetingang
Art. 20 VWEU; art. 7, 24 Handvest Grondrechten EU; art. 15 lid 1sub c, art. 16 lid 1 sub d RWN
Essentie
De gevolgen van automatisch verlies van het Nederlanderschap dienen op basis van de individuele omstandigheden van het geval getoetst te worden aan het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel.
Samenvatting
In het hiernavolgende zet de Afdeling uiteen hoe naar haar oordeel door de minister dient te worden onderzocht of het verlies van de Nederlandse nationaliteit in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel wat betreft de gevolgen ervan voor de situatie van elke betrokkene en in voorkomend geval voor die van zijn gezinsleden uit het oogpunt van het Unierecht.
Voor een succesvol beroep op het evenredigheidsbeginsel is vereist dat de betrokkene gevolgen ondervindt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.