Einde inhoudsopgave
Handreiking Administratieve Onteigeningsprocedure
1.2 Verzoeker, ondertekening en indiening onteigeningsverzoeken
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2016
- Bronpublicatie:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
Een verzoek tot het starten van de (administratieve) procedure op grond van één van bovengenoemde titels moet worden ingediend door het daartoe bevoegde bestuursorgaan van de onteigenende instantie.
titels II
Een verzoek op grond van de titels II hoeft niet door het algemeen bestuur van een bestuursorgaan te worden gedaan, maar kan ook door bijvoorbeeld het college van gedeputeerde staten van een provincie, door burgemeester en wethouders van een gemeente of door het college van dijkgraaf en heemraden van een waterschap worden ingediend. Het verzoek kan ook worden ondertekend door degene die daartoe krachtens mandaat bevoegd is. In dat geval zal het mandaatbesluit of de machtiging bij het verzoek moeten worden gevoegd.
Titel IV
Uit titel IV van de onteigeningswet volgt dat een bestuursorgaan een formeel besluit moet nemen over de indiening van dat verzoek. Dit besluit (het verzoekbesluit genoemd) moet vervolgens ter besluitvorming aan de Kroon worden voorgedragen. Het verzoekbesluit kan krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet alleen worden genomen door het algemeen bestuur van het bestuursorgaan, bijvoorbeeld door de gemeenteraad, provinciale staten of het algemeen bestuur van een waterschap of toegelaten instelling als bedoeld in het eerste lid van artikel 78. Delegatie is niet mogelijk. De brief waarbij, ter uitvoering van het besluit, het verzoekbesluit met bijbehorende stukken aan de Kroon wordt voorgedragen kan wel worden ondertekend door bijvoorbeeld gedeputeerde staten of burgemeester en wethouders. Deze brief mag ook worden ondertekend door degene die daartoe krachtens mandaat namens het algemeen bestuur of het executief gezag bevoegd is. In dat geval zal het mandaatbesluit of de machtiging bij het verzoek moeten worden gevoegd.
Het is niet verplicht om voor het verzoekbesluit zelf de UOV van Afdeling 3.4, van de Awb toe te passen. Het verzoekbesluit wordt niet beschouwd als een besluit in de zin van de Awb, maar als een voorbereidingsbesluit zonder rechtsgevolg. Rechtsgevolg wordt immers eerst beoogd met het onteigeningsbesluit van de Kroon. Het staat de verzoeker om onteigening evenwel vrij om de UOV op overeenkomstige wijze toe te passen op de voorbereiding van het verzoekbesluit.