Einde inhoudsopgave
Richtlijn 92/83/EEG harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 25-08-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
29-07-2020, PbEU 2020, L 256 (uitgifte: 05-08-2020, regelingnummer: 2020/1151)
- Inwerkingtreding
25-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-07-2020, PbEU 2020, L 256 (uitgifte: 05-08-2020, regelingnummer: 2020/1151)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
De Lid-Staten verlenen voor de onder deze richtlijn vallende produkten vrijstelling van de geharmoniseerde accijns op de voorwaarden die zij vaststellen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik:
- a)
wanneer zij zijn gedistribueerd in de vorm van alcohol die volledig gedenatureerd is overeenkomstig de voorschriften van de lidstaat waar zij tot verbruik zijn uitgeslagen, mits deze voorschriften schriftelijk zijn gemeld en toegestaan overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel.
De lidstaten passen hoofdstuk V van Richtlijn 2008/118/EG toe;
- b)
wanneer zij worden gebruikt als onderdeel van het productieproces van een product dat niet voor menselijke consumptie is bestemd, mits de alcohol voor het opgegeven gebruik is gedenatureerd volgens de voorschriften van de lidstaat.
Die vrijstelling geldt indien deze gedenatureerde alcohol:
- —
is verwerkt in een product dat niet voor menselijke consumptie is bestemd,
of
- —
wordt gebruikt voor het onderhoud en de reiniging van de productieapparatuur die voor dit specifieke productieproces wordt gebruikt.
Voor de overbrenging van gedenatureerde alcohol die nog niet is verwerkt in een product dat niet voor menselijke consumptie is bestemd, passen de lidstaten hoofdstuk IV van Richtlijn 2008/118/EG toe;
- c)
wanneer zij gebruikt worden voor de vervaardiging van azijn van GN-code 2209;
- d)
wanneer zij gebruikt worden voor de vervaardiging van geneesmiddelen als bedoeld in Richtlijnen 2001/82/EG(1) en 2001/83/EG(2) van het Europees Parlement en de Raad.
- e)
wanneer zij gebruikt worden voor de produktie van aroma's voor de bereiding van levensmiddelen en niet-alcoholhoudende dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 1,2 % vol;
- f)
wanneer zij rechtstreeks of als bestanddeel van een halffabrikaat worden aangewend voor de produktie van levensmiddelen, gevuld of anderszins, waarvan het alcoholgehalte niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kilogram produkt voor chocola, en 5 liter absolute alcohol per 100 kilogram produkt voor andere produkten.
2.
De onder deze richtlijn vallende produkten kunnen door de Lid-Staten van de geharmoniseerde accijns worden vrijgesteld op de voorwaarden die zij bepalen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik:
- a)
wanneer zij als monster worden gebruikt voor analyses, noodzakelijke produktietests of wetenschappelijke doeleinden;
- b)
wanneer zij worden gebruikt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek;
- c)
wanneer zij in ziekenhuizen en apotheken worden gebruikt voor medische doeleinden;
- d)
wanneer zij worden gebruikt bij produktieprocessen, mits het eindprodukt geen alcohol bevat.
- e)
wanneer zij worden gebruikt bij de vervaardiging van een bestanddeel waarvoor volgens deze richtlijn geen accijnzen verschuldigd zijn.
- f)
wanneer zij worden gebruikt bij de vervaardiging van voedingssupplementen, als omschreven in Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), die ethylalcohol bevatten, indien de inhoud van de verpakkingseenheid van het tot verbruik uitgeslagen voedingssupplement niet groter is dan 0,15 liter, en de voedingssupplementen in de handel worden gebracht conform artikel 10 van die Richtlijn.
3.
Een lidstaat die de voorschriften voor het volledig denatureren van alcohol als bedoeld in lid 1, punt a), wil wijzigen, stelt de Commissie in kennis van de wijziging en verstrekt daarbij schriftelijk alle nodige informatie over de denatureringsmiddelen die gebruikt zullen worden.
Indien de Commissie van oordeel is dat zij niet over alle nodige informatie beschikt, neemt zij binnen één maand na ontvangst van de informatie contact op met de betrokken lidstaat en deelt zij mee welke informatie nodig is. Zodra de Commissie beschikt over alle informatie die zij noodzakelijk acht, zendt zij de kennisgeving binnen één maand aan de andere lidstaten toe.
4.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast ter goedkeuring of afwijzing van de volgens lid 3 van dit artikel ter kennis gebrachte voorschriften. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 28 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
5.
Indien een lidstaat constateert dat de accijnsvrijstelling van een product krachtens lid 1, punt a) of b), van dit artikel, leidt tot fraude, ontwijking of misbruik, mag hij weigeren de vrijstelling te verlenen of een reeds verleende vrijstelling intrekken. De lidstaat deelt een dergelijke weigering of intrekking onverwijld schriftelijk aan de Commissie mee en voegt daarbij alle relevante informatie over de fraude, de ontwijking of het misbruik. Indien de Commissie van oordeel is dat zij niet over alle nodige informatie beschikt, neemt zij binnen één maand na ontvangst van de informatie contact op met de betrokken lidstaat en deelt zij mee welke informatie nog nodig is. Zodra de Commissie beschikt over alle informatie die zij noodzakelijk acht, zendt zij de kennisgeving binnen één maand aan de andere lidstaten toe. Vervolgens — en niet later dan vier maanden na de toezending van de kennisgeving — wordt een definitief besluit genomen volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 28 bis, lid 2. De lidstaten zijn niet verplicht een dergelijk besluit met terugwerkende kracht toe te passen.
6.
Het staat de Lid-Staten vrij bovengenoemde vrijstellingen te effectueren via teruggaaf van de betaalde accijns.
Voetnoten
Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1);
Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51).