JAR 2018/72
Toepasselijkheid bewijsrecht bij beoordeling ontbindingsverzoek wegens disfunctioneren.
HR 16-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:182
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/00273
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:182, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1058, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2017
- Wetingang
Art. 7:669, 7:671b, 7:671c, 7:673, 7:683 BW
Essentie
Na afwijzing door de kantonrechter, ontbindt het hof op verzoek van Decor in hoger beroep de arbeidsovereenkomst met een facilitair manager op de d-grond, onder veroordeling van Decor tot betaling van € 76.000 als transitievergoeding. Bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst is volgens het hof geen aanleiding om rekening te houden met de opzegtermijn van art. 7:671b lid 8, aanhef en onder a, BW (ECLI:NL:GHSHE:2016:4919).
In cassatie wordt de vraag aan de orde gesteld welke maatstaf de rechter dient te hanteren bij de beoordeling van d-grond (disfunctioneren) en welke eisen moeten worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.