JWB 2008/231
Procesrecht, bewijs, waardering
HR 23-05-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC8692
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 mei 2008
- Zaaknummer
C06/353HR
- LJN
BC8692
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC8692, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑05‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC8692, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑05‑2008
- Wetingang
Art. 151 lid 2 Rv; art. 156 Rv; art. 81 RO
Essentie
Procesrecht, bewijs, waardering
Samenvatting
Casus
De verweerders in cassatie, de curatoren in het faillissement van een vennootschap, hebben de eiser tot cassatie voor de rechter gedagvaard en gevorderd de eiser tot cassatie te veroordelen tot betaling van NLG 600.000,- (€ 272.280,-), te vermeerderen met de wettelijke rente. Het bedrag betreft een storting op de bankrekening van de vennootschap waarvan de verweerders in cassatie de faillissementscuratoren zijn, door een inmiddels failliet verklaarde vennootschap waarvan de eiser tot cassatie directeur/aandeelhouder is geweest. De eiser tot cassatie heeft de vordering van de verweerders in cassatie bestreden.
Rechtsvraag
In cassatie komt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.