Einde inhoudsopgave
Tribunaalbesluit
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 26-05-1945
- Bronpublicatie:
19-05-1945, Stb. 1945, F 75 (uitgifte: 01-01-1945, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-05-1945
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-05-1945, Stb. 1945, F 75 (uitgifte: 01-01-1945, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Tot leden van een Tribunaal kunnen alleen worden benoemd Nederlanders en Nederlandsche onderdanen uit anderen hoofde; zij moeten ingezetenen zijn van het Koninkrijk en den vollen ouderdom van dertig, doch niet dien van zeventig jaren hebben bereikt. Ten aanzien van den secretaris, zijn adjuncten en de waarnemende secretarissen gelden dezelfde vereischten, behoudens dat reeds benoembaar zijn zij die den vollen ouderdom van vijfentwintig jaren hebben bereikt.
2.
De voorzitters en hunne plaatsvervangers, alsmede de secretaris, zijne adjuncten en de waarnemende secretarissen worden zooveel mogelijk gekozen uit hen, die aan een Rijks- of daarmede gelijkgestelde universiteit hebben verkregen:
hetzij den graad van doctor in de rechtswetenschap,
hetzij den graad van doctor in de rechtsgeleerdheid of de hoedanigheid van meester in de rechten, mits deze graad of deze hoedanigheid is verkregen op grond van het afleggen van een examen in het Nederlandsch burgerlijk- en handelsrecht, staatsrecht en strafrecht.
3.
Bij de benoeming van de gewone leden zal door Ons worden gestreefd naar een zoodanige samenstelling van elk Tribunaal uit personen, behorende tot verschillende beroepen en bedrijfstakken en verschillende kringen der bevolking van de binnen het arrondissement gelegen plaatsen, dat het Tribunaal in staat is van de door hetzelve te behandelen zaken met een zoo groot mogelijk inzicht in de feitelijke omstandigheden en verhoudingen kennis te nemen.
4.
Tusschen de leden van een Tribunaal mag geen bloedverwantschap of zwagerschap tot en met den derden graad bestaan; noch mogen zij met elkander in het huwelijk verbonden zijn. De zwagerschap houdt op door het overlijden van hem, die haar veroorzaakte.