Einde inhoudsopgave
Registratiewet 1970
Artikel 4 [Notariële akten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Notaris
Goederenrecht / Algemeen
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
1.
Uiterste willen en de daarop of op omslagen daarvan gestelde aantekeningen, andere akten welke uitsluitend uiterste wilsbeschikkingen of de herroeping van uiterste wilsbeschikkingen inhouden, zomede akten van bewaargeving, superscriptie of teruggaaf van uiterste willen moeten door de notaris onder wie zij berusten, ter registratie worden aangeboden binnen een maand na de dag waarop het overlijden of de vaststelling van vermissing van de beschikker te zijner kennis is gekomen, met dien verstande dat deze termijn niet eerder aanvangt, dan met de dag, volgende op die waarop de akten onder de notaris zijn komen te berusten.
2.
Het eerste en het derde lid gelden niet ten aanzien van de in artikel 97 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akten en van akten waarvan de beschikkingen niet meer van kracht zijn op het tijdstip van het overlijden of van de vaststelling van vermissing van de beschikker.
3.
Van akten als bedoeld in het eerste lid die ingevolge artikel 58 van de Wet op het notarisambt zijn overgebracht naar de algemene bewaarplaats, wordt door de notaris een elektronische kopie ter registratie aan de KNB aangeboden binnen een maand na de dag waarop het overlijden of de vaststelling van vermissing van de beschikker te zijner kennis is gekomen.