Einde inhoudsopgave
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Artikel 3.4a [Nietigheid zwijgbeding]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
22-06-2022, Stb. 2022, 283 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken: 35771)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-10-2022, Stb. 2022, 391 (uitgifte: 14-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
In dit artikel wordt verstaan onder:
- –
incident: niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen leiden tot schade bij de cliënt;
- –
contractspartij:
- a.
aanbieder, beroepskracht of bij of voor de aanbieder werkzame rechtspersoon;
- b.
cliënt, vertegenwoordiger van de cliënt of nabestaande van de cliënt.
2.
Elk beding in een door contractspartijen gesloten overeenkomst dat het recht beperkt of ontneemt om informatie over een incident openbaar te maken of aan een derde te verstrekken, is nietig.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing:
- a.
voor zover het beding is overeengekomen ter uitvoering van een daartoe strekkend wettelijk voorschrift;
- b.
op bedingen die overeengekomen zijn voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel.