Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 410 Ontwikkelingen die van belang zijn voor aanpassing
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
De Republiek Moldavië ziet toe op de doeltreffende tenuitvoerlegging van de aangepaste nationale wetgeving en neemt alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van het recht van de Unie op de handelsgerelateerde gebieden van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst in haar nationale recht wordt weerspiegeld.
2.
De Republiek Moldavië onthoudt zich van alle maatregelen die de doelstelling of het resultaat van de aanpassing uit hoofde van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst zouden kunnen ondergraven.
3.
De Unie brengt de Republiek Moldavië op de hoogte van alle definitieve voorstellen van de Europese Commissie tot vaststelling of wijziging van de wetgeving van de Unie die van belang zijn voor de uit hoofde van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst op de Republiek Moldavië rustende verplichtingen tot aanpassing van de wetgeving.
4.
De Republiek Moldavië brengt de Unie op de hoogte van wetgevingsvoorstellen en maatregelen, met inbegrip van nationale praktijken, die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van haar verplichtingen uit hoofde van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst.
5.
Op verzoek bespreken de partijen de gevolgen van alle in de leden 3 en 4 van dit artikel bedoelde voorstellen of maatregelen voor de wetgeving van de Republiek Moldavië of voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst.
6.
Indien de Republiek Moldavië, nadat een beoordeling op grond van artikel 409 van deze overeenkomst is verricht, haar nationale wetgeving wijzigt teneinde rekening te houden met wijzigingen in de hoofdstukken 3, 4, 5, 6, 8 en 10 van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst, verricht de Unie op grond van artikel 409 van deze overeenkomst een nieuwe beoordeling. Indien de Republiek Moldavië enige andere maatregel neemt die van invloed zou kunnen zijn op de tenuitvoerlegging en handhaving van de aangepaste nationale wetgeving, kan de Unie op grond van artikel 409 van deze overeenkomst een nieuwe beoordeling verrichten.
7.
Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kunnen de bijzondere voordelen die door de Unie zijn toegekend op basis van een beoordeling dat de wetgeving van de Republiek Moldavië is aangepast aan de wetgeving van de Unie en doeltreffend ten uitvoer is gelegd en gehandhaafd, tijdelijk worden opgeschort overeenkomstig lid 8, indien de Republiek Moldavië haar nationale wetgeving niet aanpast teneinde rekening te houden met wijzigingen van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst, indien uit de in lid 6 bedoelde beoordeling blijkt dat de wetgeving van de Republiek Moldavië niet langer is aangepast aan de wetgeving van de Unie of indien de bij artikel 434 van deze overeenkomst ingestelde Associatieraad nalaat een besluit te nemen tot bijwerking van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst overeenkomstig de ontwikkelingen van de wetgeving van de Unie.
8.
Indien de Unie voornemens is die voordelen op te schorten, stelt zij de Republiek Moldavië hiervan onverwijld in kennis. De Republiek Moldavië kan de aangelegenheid binnen een maand na de kennisgeving, met schriftelijke opgave van de redenen daarvoor, voorleggen aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, zoals bedoeld in artikel 438, lid 4, van deze overeenkomst. Het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken bespreekt de aangelegenheid binnen drie maanden nadat deze aan hem is voorgelegd. Indien de aangelegenheid niet aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken wordt voorgelegd of indien de aangelegenheid niet door dat comité kan worden opgelost binnen drie maanden nadat deze aan hem is voorgelegd, kan de Unie overgaan tot opschorting van de voordelen. De opschorting wordt onverwijld ingetrokken, wanneer het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken de aangelegenheid vervolgens oplost.