Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.18 Verlening van de graden Doctor of Doctor of Philosophy; toegang en inrichting promotie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 390 (uitgifte: 20-10-2017, kamerstukken: 34678)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2017, Stb. 2017, 491 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het college voor promoties van een universiteit, de Open Universiteit of een levensbeschouwelijke universiteit is bevoegd de graden Doctor of Doctor of Philosophy te verlenen op grond van promotie. De graden Doctor en Doctor of Philosophy zijn gelijkwaardig.
2.
Tot de promotie heeft toegang ieder:
- a.
aan wie op grond van artikel 7.10a, eerste of tweede lid, de graad Master is verleend; en die
- b.
als proeve van bekwaamheid tot het zelfstandig beoefenen van de wetenschap een proefschrift heeft geschreven dan wel een proefontwerp heeft vervaardigd, en
- c.
heeft voldaan aan de eisen, gesteld in het in artikel 7.19 bedoelde promotiereglement.
3.
In bijzondere gevallen kan het college voor promoties personen die voldoen aan het tweede lid onder b en c maar niet voldoen aan dat lid onder a, tot de promotie toegang verlenen.
4.
Voor elke promotie wijst het college voor promoties een promotor aan. Als promotor kunnen worden aangewezen een hoogleraar of, voor zover aan diegene de graad Doctor of Doctor of Philosophy is verleend, een ander personeelslid van een universiteit, een levensbeschouwelijke universiteit of de Open Universiteit dat naar het oordeel van het college voor promoties over voldoende bekwaamheid beschikt om als promotor op te treden. De promotie vindt plaats ten overstaan van dit college of van een commissie, door het college samen te stellen uit hoogleraren en andere personen ten aanzien van wie het heeft geoordeeld dat zij over voldoende bekwaamheid beschikken om in de commissie zitting te hebben, met inachtneming van het in artikel 7.19 bedoelde promotiereglement.
5.
Voor de toepassing van het vierde lid worden de bijzondere hoogleraren bij een openbare universiteit gerekend tot de hoogleraren van die universiteit.
6.
Een instelling kan gezamenlijk met een of meer Nederlandse of buitenlandse instellingen de graden Doctor of Doctor of Philosophy verlenen op grond van een promotie. Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing. De instellingen kunnen nadere afspraken maken omtrent de uitvoering binnen het bepaalde in het promotiereglement.