NJ 2015/43
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Geldt art. 39 lid 1 Fw ook voor de huur van roerende zaken?
HR 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:42, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 januari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03426
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS161938:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:42, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2274, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2014
- Wetingang
Art. 39 Fw
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Geldt art. 39 lid 1 Fw ook voor de huur van roerende zaken?
Art. 39 lid 1 Fw — dat bepaalt dat indien de gefailleerde huurder is, zowel de curator als de verhuurder de huur tussentijds door opzegging kan doen eindigen op een termijn van in beginsel ten hoogste drie maanden en dat de huurprijs vanaf de dag der faillietverklaring boedelschuld is — geldt ook voor de huur van roerende zaken. Er is onvoldoende grond om, in afwijking van tekst en ratio van art. 39 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.