NJ 1926, p. 441
Goede trouw en billijkheid. Geen de verbintenis vernietigende kracht. Post-overmachtstoestand.
HR 19-03-1926, ECLI:NL:HR:1926:346, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten (Weefgetouw)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 1926
- Magistraten
Mrs. Bosch, Savelberg, Jhr. Feith, Visser en Van den Dries.
- Zaaknummer
[19031926/NJ_1926,_p._441]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Roepnaam
Weefgetouw
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS121928:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:346, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑1926
- Wetingang
(BW art. 1374.)
Essentie
Goede trouw en billijkheid. Geen de verbintenis vernietigende kracht. Post-overmachtstoestand.
Samenvatting
‘s Hofs meening, dat, nadat de overmacht, welke Butterwotth verhinderde de betrokken weefgetouwen aan de Globe te leveren, was opgeheven, partij Holland, naar goede trouw, van de Globe de levering dier getouwen alleen tegen een billijke verhooging van den aanvankelijk overeengekomen prijs kon vorderen, kan slechts steunen op de opvatting, dat onze wet, inzonderheid in de artt. 1374 en 1375 B. W., voorschrijft, dat, onde, de omstandigheden, als zich hier hebben voorgedaan, partijen gehouden zijn hare overeenkomsten te wijzigen, naar den eisch van goede trouw en billijkheid, waarmede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.