NJ 1939/123
Verduistering door een postambtenaar van geld en postwaarden. Deze laatste zijn „geldswaardig papier" In den zin van art. 859 Sr. Dit artikel vordert geen splitsing in behandeling van geld en geldswaardig papier.
HR 27-06-1938, ECLI:NL:HR:1938:55, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, de Menthon Bake, Servatius en van der Meulen
- Zaaknummer
[27061938/NJ_1939-123]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- JCDI
JCDI:ADS163474:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:55, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑1938
- Wetingang
Essentie
Verduistering door een postambtenaar van geld en postwaarden. Deze laatste zijn „geldswaardig papier" In den zin van art. 859 Sr. Dit artikel vordert geen splitsing in behandeling van geld en geldswaardig papier.
Samenvatting
Postwaarden, zooals postzegels, rentezegels, plakzegels, briefkaarten en derg. vallen onder het begrip „geldswaardig papier" in art. 359 Sr. genoemd, omdat zij, krachtens art. 24 der Postwet, bestemd zijn tot betaling van bepaalde diensten of rechten en derhalve als zoodanig in het verkeer de functie vervullen, welke haar tot geldswaardig papier in voormelden zin stempelt.
De grief, dat het Hof in elk geval had moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.