Einde inhoudsopgave
Huishoudelijk reglement penitentiaire inrichtingen BES
Artikel 31
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 25888 (uitgifte: 21-09-2023, regelingnummer: 4847635)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 25888 (uitgifte: 21-09-2023, regelingnummer: 4847635)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
Penitentiair recht / Gevangeniswezen
Penitentiair recht / Rechtspositie gedetineerde
1.
Onze Minister kan een gedetineerde die is veroordeeld tot onvoorwaardelijke hechtenis of tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als bedoeld in dit artikel, op zijn schriftelijk verzoek toestaan om in een op basis van het derde lid vast te stellen periode voorafgaand aan de datum van zijn vermoedelijke invrijheidstelling voor een op basis van het vierde lid vast te stellen aantal keren van drie aaneengesloten dagen naar zijn gezinsbetrekkingen of, bij ontbreken daarvan, naar een andere, door Onze Minister goed te keuren, bestemming te gaan.
2.
Een verzoek bedoeld in het eerste lid, wordt niet ingewilligd indien het betreft:
- a.
een gedetineerde die niet beschikt over een geldige verblijfsvergunning voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of daarover naar verwachting niet meer zal beschikken ten tijde van het voorgenomen bezoek, of
- b.
een bestemming gelegen buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
3.
De periode bedoeld in het eerste lid is:
- a.
een maand: bij onvoorwaardelijke hechtenis of een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van minimaal negen en maximaal veertien maanden;
- b.
een maand bovenop de periode bedoeld onder a, met een maximum van 9 maanden voor ieder vol jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf bovenop de gevangenisstraf bedoeld onder a.
4.
Het aantal keren van drie aaneengesloten dagen bedoeld in het eerste lid, bedraagt:
- a.
een keer: bij onvoorwaardelijke hechtenis of een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van minimaal negen en maximaal veertien maanden;
- b.
een keer bovenop het aantal bedoeld onder a, met een maximum van 4 keer: voor ieder vol jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf bovenop de gevangenisstraf bedoeld onder a.
5.
De duur van de hechtenis of gevangenisstraf loopt door tijdens het verblijf buiten het gesticht bedoeld in dit artikel.
6.
Bij de in het eerste lid vast te stellen periode buiten het gesticht wordt, indien de bestemming Sint Eustatius of Saba betreft, de reistijd niet meegerekend.