Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Haags Bewijsverdrag 1970
Artikel 11 [Bepalingen rechtsvordering van toepassing]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2008
- Redactionele toelichting
Op rogatoire commissies die ontvangen zijn voor de inwerkingtreding van deze wijziging blijft het recht zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging van toepassing.
- Bronpublicatie:
09-10-2008, Stb. 2008, 411 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31286)
- Inwerkingtreding
01-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2008, Stb. 2008, 411 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31286)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Op het verhoor van personen ter zake van rogatoire commissies vinden zoveel mogelijk de bepalingen van de Nederlandse wet toepassing, als gold het een geding voor een Nederlandse rechter.
2.
De rechter kan bepalen welke der partijen zorg draagt voor de oproeping uit hoofde van de uitvoering van een rogatoire commissie. Oproepingen die niet door een der partijen worden verricht geschieden door de griffier van de rechtbank. De artikelen 171, 172, 173 en 178 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn op het verhoor van getuigen van overeenkomstige toepassing.
3.
De rechter geeft toepassing aan een verschoningsrecht of een verbod tot het afleggen van een verklaring overeenkomstig artikel 11, eerste lid, van het verdrag en oordeelt zelfstandig over de erkenning van een verschoningsrecht of een verbod als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van het verdrag.