Einde inhoudsopgave
Rijksoctrooiwet 1995
Artikel 2a [Biologisch materiaal]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
30-10-2019, Stb. 2019, 476 (uitgifte: 13-12-2019, kamerstukken: 35187)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2023, Stb. 2023, 119 (uitgifte: 14-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1.
Onder uitvindingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden ook verstaan uitvindingen die betrekking hebben op een product dat uit biologisch materiaal bestaat of dit bevat, of die betrekking hebben op een werkwijze waarmee biologisch materiaal wordt verkregen, bewerkt of gebruikt.
2.
Onder uitvindingen als bedoeld in het eerste lid worden in ieder geval begrepen uitvindingen met betrekking tot:
- a.
biologisch materiaal dat met behulp van een technische werkwijze uit zijn natuurlijke milieu wordt geïsoleerd of wordt verkregen, ook indien dat materiaal in de natuur voorhanden is,
- b.
een deel van het menselijk lichaam dat wordt geïsoleerd of dat anderszins met behulp van een technische werkwijze wordt verkregen, met inbegrip van een sequentie of een partiële sequentie van een gen, ook indien de structuur van dat deel identiek is aan die van een natuurlijk deel,
- c.
planten of dieren, mits de uitvoerbaarheid van die uitvinding zich in technisch opzicht niet beperkt tot een bepaald planten- of dierenras, of
- d.
een microbiologische of andere technische werkwijze waarmee biologisch materiaal wordt verkregen, verwerkt of gebruikt, of een hierdoor verkregen product.