Prg. 2015/219
Bij niet tijdige betaling van de buitengerechtelijke incassokosten in handelszaken, is de rente vermogensschade en deze kan slechts worden verhoogd met de ‘gewone’ wettelijke rente ex art. 6:119 BW en dus niet met de – verhoogde – handelsrente in art. 6:119a BW.
HR 28-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:40 (Rabobank/Desenco)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 juni 2013
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/01073
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Roepnaam
Rabobank/Desenco
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:40, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ7188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2012
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Mogen buitengerechtelijke incassokosten in handelstransactie bij te late betaling worden verhoogd met de wettelijke handelsrente ex art. 6:119a BW?
Nee. Buitengerechtelijke kosten zijn vermogensschade en daarvoor geldt ook het ‘gewone’ tarief van art. 6:119 BW.
Samenvatting
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof heeft veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex art. 6:119a BW in plaats van de wettelijke rente ex art. 6:119 BW.
De Hoge Raad overweegt dat de klacht slaagt. Buitengerechtelijke kosten dienen te worden aangemerkt als vermogensschade ex art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.