HR, 24-05-2011, nr. 09/04873 B
ECLI:NL:HR:2011:BP4639
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24-05-2011
- Zaaknummer
09/04873 B
- Conclusie
Mr. Silvis
- LJN
BP4639
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2011:BP4639, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BP4639
ECLI:NL:HR:2011:BP4639, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑2011; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BP4639
- Vindplaatsen
Conclusie 08‑02‑2011
Mr. Silvis
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Klager]
1.
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij beschikking van 11 maart 2008, heeft het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch bij beschikking van 8 december 2008 het beklag van verzoeker, strekkende tot opheffing van het beslag en teruggave van een auto aan verzoeker, ongegrond verklaard.
2.
Namens verzoeker hebben mr. B.P. de Boer en mr. M. van Delft, advocaten te Amsterdam, twee middelen van cassatie voorgesteld.
3.
Het eerste middel behelst de klacht dat het hof de beslissing en/of de verwijzingsopdracht van de Hoge Raad heeft miskend.
4.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank te Breda d.d. 14 april 2006, waartegen verzoeker op 27 april 2006 beroep in cassatie heeft ingesteld, bij beschikking van 11 maart 2008 geheel vernietigd. Het dictum van 's Hogen Raads beschikking luidt als volgt:
‘3. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch teneinde opnieuw te worden behandeld en afgedaan.’
5.
Het beklag van verzoeker is door het hof opnieuw behandeld in de raadkamer van 10 november 2008. De thans bestreden beschikking d.d. 8 december 2008 houdt als beslissing en motivering van het hof in:
‘Beoordeling
Het hof verenigt zich met de beschikking van de rechtbank Breda van 14 april 2006, met dien verstande dat de redengeving waarop deze berust wordt aangevuld met onderstaande overweging.
De door de klager aan de rechtbank en ter terechtzitting van het hof d.d. 10 november 2008 overgelegde schriftelijke verklaringen van [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [betrokkene 3] zijn naar het oordeel van het hof te weinig specifiek om tot bewijs van de stelling van klager dat hij rechthebbende is op de auto bij te dragen.
Beslissing :
Het hof:
Verklaart het beklag ongegrond.’
6.
Bij de beoordeling van het middel dient voorop te worden gesteld dat de rechter naar wie de Hoge Raad na vernietiging van een uitspraak de zaak heeft verwezen, gebonden is aan de door de Hoge Raad gegeven beslissing (vlg. HR 17 oktober 2006, LJN AY7773).
7.
's Hofs beslissing kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan dat het hof de door de Hoge Raad vernietigde beschikking van de rechtbank geheel heeft bevestigd, met aanvulling van gronden (art. 423, eerste lid, Sv). Derhalve heeft het hof de beslissing van de Hoge Raad miskend.
8.
Het eerste middel is terecht voorgesteld. Gelet hierop behoeven de overige, in dit middel besloten liggende klachten, alsook het tweede middel geen bespreking.
9.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing van de zaak naar het hof, teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Uitspraak 08‑02‑2011
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag, art. 552a Sv. 1. Verwijzingsopdracht. Vervolg op HR LJN BC6294. De klacht die berust op de opvatting dat het Hof de door de HR vernietigde beschikking van de Rb heeft bevestigd mist feitelijke grondslag. 2. De middelen voor het overige zijn geen cassatiemiddelen in de zin der wet.
24 mei 2011
Strafkamer
nr. 09/04873 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 8 december 2008, nummer RK 06/166, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze hebben mr. B.P. de Boer en mr. M. van Delft, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande klaagschrift opnieuw te worden behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt onder meer dat het Hof de door de Hoge Raad in zijn beschikking van 11 maart 2008 (LJN BC6294) gegeven verwijzingsopdracht heeft miskend.
2.2.1. De in het middel bedoelde beschikking van de Hoge Raad, gegeven op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Breda van 14 april 2006, houdt het volgende in:
"Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan."
2.2.2. De beschikking van het Hof houdt onder meer het volgende in:
"Het hof verenigt zich met de beschikking van de rechtbank Breda van 14 april 2006, met dien verstande dat de redengeving waarop deze berust wordt aangevuld met de onderstaande overweging.
(...)
Beslissing:
Het hof:
Verklaart het beklag ongegrond."
2.3. De klacht berust op de opvatting dat het Hof de door de Hoge Raad vernietigde beschikking van de Rechtbank heeft bevestigd. Deze klacht mist feitelijke grondslag en kan niet tot cassatie leiden. Blijkens het onder 2.2 weergegevene heeft het Hof in zijn beslissing het beklag van de klager ongegrond verklaard en heeft het in zijn overwegingen tot uitdrukking gebracht dat het de redengeving van de beschikking van de Rechtbank heeft overgenomen en die motivering heeft aangevuld.
3. Beoordeling van de middelen voor het overige
Voor onderzoek door de cassatierechter komen alleen in aanmerking middelen van cassatie als in de wet bedoeld. Als een zodanig middel kan slechts gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door de rechter die de bestreden uitspraak heeft gewezen. De als middel aangeduide klachten voldoen niet aan dit vereiste, zodat zij onbesproken moeten blijven.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2011.