Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 1076 [Erkenning en tenuitvoerlegging zonder verdrag]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
02-06-2014, Stb. 2014, 200 (uitgifte: 11-06-2014, kamerstukken: 33611)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2014, Stb. 2014, 254 (uitgifte: 09-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
1.
Is geen erkennings- en tenuitvoerleggingsverdrag van toepassing of laat een toepasselijk verdrag toe, zich te beroepen op de wet van het land waar de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, dan kan een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis in Nederland worden erkend en kan daarvan in Nederland de tenuitvoerlegging door een van de partijen worden verzocht, tegen overlegging van het origineel of een gewaarmerkt afschrift, van de overeenkomst tot arbitrage en van het arbitraal vonnis, tenzij:
- A.
de partij tegen wie de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, stelt en bewijst dat:
- a.
een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt onder het op die overeenkomst toepasselijke recht;
- b.
het scheidsgerecht in strijd met de daarvoor geldende regelen is samengesteld;
- c.
het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden;
- d.
tegen het arbitraal vonnis hoger beroep bij arbiters of de rechter openstaat in het land waar het arbitraal vonnis is gewezen;
- e.
het arbitraal vonnis is vernietigd door een bevoegde autoriteit van het land waar dat vonnis is gewezen;
- B.
de rechter oordeelt dat de erkenning of tenuitvoerlegging strijdig is met de openbare orde.
2.
De grond onder Aa van het eerste lid leidt niet tot weigering van erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die zich daarop beroept, in het arbitraal geding is verschenen en heeft nagelaten voor alle weren een beroep te doen op de onbevoegdheid van het scheidsgerecht op grond dat een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt.
3.
De grond onder Ab van het eerste lid leidt niet tot weigering van erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die zich daarop beroept, aan de samenstelling van het scheidsgerecht heeft medegewerkt of indien de partij die niet aan de samenstelling van het scheidsgerecht heeft medegewerkt, in het arbitraal geding is verschenen en heeft nagelaten voor alle weren een beroep te doen op de onbevoegdheid van het scheidsgerecht op de grond dat het scheidsgerecht in strijd met de daarvoor geldende regelen is samengesteld.
4.
De grond onder A sub c van het eerste lid leidt niet tot weigering van de erkenning of tenuitvoerlegging, indien het niet houden aan de opdracht niet van ernstige aard is. Evenmin kan de grond onder A sub c van het eerste lid leiden tot weigering van de erkenning of tenuitvoerlegging, indien de partij die deze aanvoert aan het geding heeft deelgenomen zonder daarop tijdig een beroep te doen, hoewel haar bekend was dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht hield.
5.
Is meer of anders toegewezen dan gevorderd, dan is het arbitraal vonnis voor gedeeltelijke erkenning of tenuitvoerlegging vatbaar voorzover het anders of meer toegewezene kan worden gescheiden van het overige gedeelte van het vonnis.
6.
De artikelen 985 tot en met 991 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het gerechtshof in de plaats treedt van de rechtbank, de termijn voor beroep in cassatie drie maanden bedraagt en geen bescheiden behoeven te worden overgelegd waaruit blijkt dat het arbitraal vonnis uitvoerbaar is in het land waar het is gewezen.
7.
De artikelen 261 tot en met 291 zijn van toepassing op het verzoek voorzover niet anders is bepaald in het zesde lid van dit artikel.
8.
Indien de vernietiging van een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis is verzocht aan de bevoegde autoriteit van het land waar dat vonnis is gewezen, is, indien in Nederland de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, artikel 1066, tweede tot en met het zesde lid, van overeenkomstige toepassing.