Procestaal: Hongaars.
HvJ EU, 09-04-2014, nr. C-74/13
ECLI:EU:C:2014:243
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
09-04-2014
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, J.L. da Cruz Vilaça, G. Arestis, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev
- Zaaknummer
C-74/13
- Roepnaam
GSV
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:EU:C:2014:243, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 09‑04‑2014
Uitspraak 09‑04‑2014
R. Silva de Lapuerta, J.L. da Cruz Vilaça, G. Arestis, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev
Partij(en)
In zaak C-74/13,*
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Debreceni Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) bij beslissing van 30 januari 2013, ingekomen bij het Hof op 12 februari 2013, in de procedure
GSV Kft.
tegen
Nemzeti Adó- és Vámhivatal Észak-Alföldi Regionális Vám- és Pénzügyőri Főigazgatósága,
wijst
HET HOF (Tweede kamer),
samengesteld als volgt: R. Silva de Lapuerta, kamerpresident, J. L. da Cruz Vilaça, G. Arestis, J.-C. Bonichot, en A. Arabadjiev (rapporteur), rechters,
advocaat-generaal: P. Mengozzi,
griffier: A. Calot Escobar,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
- —
de Hongaarse regering, vertegenwoordigd door K. Szíjjártó, M.Z. Fehér en G. Koós als gemachtigden,
- —
de Griekse regering, vertegenwoordigd door M. Germani als gemachtigde,
- —
de Europese Commissie, vertegenwoordigd door L. Keppenne en A. Sipos als gemachtigden,
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1
Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschappen (hierna: ‘Taric’), dat is vastgesteld bij artikel 2 van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1).
2
Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen GSV Kft. (hierna: ‘GSV’) en de Nemzeti Adó- és Vámhivatal Észak-Alföldi Regionális Vám- és Pénzügyőri Főigazgatósága (algemene directie douane en financiën van de regio Noordelijke Grote Laagvlakte, ressorterend onder de nationale belasting- en douanedienst) over de betaling van antidumpingrechten die voortvloeien uit de toepassing van verordening (EU) nr. 138/2011 van de Commissie van 16 februari 2011 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 43, blz. 9) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 van de Raad van 3 augustus 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 204, blz. 1).
Toepasselijke bepalingen
Geharmoniseerd systeem en gecombineerde nomenclatuur
3
De gecombineerde nomenclatuur (hierna: ‘GN’) is gebaseerd op het wereldwijd geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen dat is opgesteld door de Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie, en ingevoerd bij het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, welk Verdrag op 14 juni 1983 is gesloten te Brussel en namens de Europese Economische Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1).
4
Het eerste deel van de GN bevat een geheel van inleidende bepalingen. In dit deel, in titel I, die gaat over de algemene regels, bepaalt afdeling A, met het opschrift ‘Algemene regels voor de interpretatie van de [GN]’, het volgende:
‘Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen.
- 1.
De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en — voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen — de navolgende regels.
- 2.
[…]
- b)
Onder een in een post vermelde stof wordt niet alleen verstaan die stof in zuivere staat, doch ook vermengd of verbonden met andere stoffen. Evenzo worden onder werken van een genoemde stof niet alleen verstaan die werken die geheel uit die stof bestaan, doch ook werken die gedeeltelijk uit die stof bestaan. De vorenbedoelde mengsels en samengestelde werken worden ingedeeld met inachtneming van de onder 3 vermelde beginselen.
- 3.
Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2 b) of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:
- a)
de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;
- b)
mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;
- c)
in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3 a) en 3 b) niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.
[…]’
5
Het tweede deel van de GN bevat een hoofdstuk 59, met het opschrift ‘Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen; technische artikelen van textielstoffen’, dat is opgenomen in afdeling XI, ‘Textielstoffen en textielwaren’, waarin post 5911 20 00 voorkomt, die luidt als volgt:
5911 | Producten en artikelen van textiel, voor technisch gebruik, bedoeld bij aantekening 7 op dit hoofdstuk: | |
[…] | ||
5911 20 00 | —builgaas, ook indien geconfectioneerd […] | |
—weefsels en vilt, eindeloos of voorzien van verbindingsstukken, van de soort gebruikt voor papiermachines en dergelijke machines (bijvoorbeeld machines voor pulp of asbestcement) […] |
6
Aantekening 7 a) op hoofdstuk 59 van de GN luidt als volgt:
‘Post 5911 omvat de volgende producten, die geacht worden van de overige posten van afdeling XI te zijn uitgezonderd:
- a)
de hierna limitatief opgesomde textielwaren, aan het stuk, op lengte of enkel vierkant of rechthoekig gesneden (andere dan textielwaren die het karakter hebben van producten bedoeld bij de posten 5908 tot en met 5910):
[…]
- —
builgaas;
[…]’
7
Hoofdstuk 70 van de GN, met het opschrift ‘Glas en glaswerk’, omvat post 7019 59, die luidt als volgt:
7019 | Glasvezels (glaswol daaronder begrepen) en werken daarvan (bijvoorbeeld garens, weefsels): | ||
—lonten, rovings en garens, ook indien gesneden: […] | |||
—vliezen, netten, matten, matrassen, platen en dergelijke niet-geweven producten: | |||
[…] | |||
701959 | -- andere | ||
--- open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2, met uitzondering van glasvezelschijven |
Geïntegreerd tarief van de Europese Gemeenschappen
8
De vijfde overweging van de considerans van verordening nr. 2658/87 luidt als volgt:
‘Overwegende dat in het kader van de [GN] met bepaalde specifieke communautaire voorschriften geen rekening kan worden gehouden; dat het derhalve noodzakelijk is aanvullende communautaire onderverdelingen te creëren en deze in een geïntegreerd tarief van de Europese Gemeenschappen (Taric) op te nemen; […]’
9
Artikel 2 van deze verordening bepaalt:
‘De Commissie stelt een [Taric] vast dat zowel aan de vereisten van het gemeenschappelijk douanetarief als aan die van de statistieken van de buitenlandse handel, het handels- en landbouwbeleid en andere beleidsmaatregelen van de Gemeenschap in verband met de invoer en de uitvoer van goederen voldoet.
Het geïntegreerd tarief is gebaseerd op de [GN] en omvat:
- a)
de in deze verordening vastgestelde bepalingen;
- b)
de aanvullende communautaire onderverdelingen, ‘Taric-onderverdelingen’ genoemd, die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de in bijlage II vermelde specifieke maatregelen van de Gemeenschap;
[…]’
10
Met het oog op de instelling van een voorlopig antidumpingrecht heeft de Commissie code 7019 59 00 10 opgenomen in het Taric. In de versie die van toepassing is bij de instelling van voorlopige antidumpingrechten krachtens verordening nr. 138/2011, luidt deze code als volgt:
‘open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2’.
11
De versie van Taric-code 7019 59 00 10 die van toepassing is bij de instelling van definitieve antidumpingrechten krachtens verordening nr. 791/2011, bevat de toevoeging dat ‘glasvezelschijven’ niet onder deze tariefpost vallen.
12
Taric-code 7019 59 00 90 luidt:
‘Andere’.
Verordening nr. 138/2011
13
De punten 14 en 15 van de considerans van verordening nr. 138/2011 luiden als volgt:
- ‘(14)
Dit onderzoek heeft betrekking op open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2 van oorsprong uit de [Volksrepubliek China], momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7019 40 00, ex 7019 51 00, ex 7019 59 00, ex 7019 90 91 en ex 7019 90 99.
- (15)
Open weefsels worden gemaakt van glasvezelgarens en bestaan in verschillende celgrootten en gewichten per vierkante meter. Zij worden meestal gebruikt als versterkingsmateriaal in de bouwsector (externe thermische isolatie, versterking van marmer/vloeren, herstelling van muren).’
14
Artikel 1, lid 1, van deze verordening luidt:
‘Er wordt een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7019 40 00, ex 7019 51 00, ex 7019 59 00, ex 7019 90 91 en ex 7019 90 99 (Taric-codes 7019 40 00 11, 7019 40 00 21, 7019 40 00 50, 7019 51 00 10, 7019 59 00 10, 7019 90 91 10 en 7019 90 99 50) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.’
Verordening nr. 791/2011
15
Artikel 1, lid 1, van verordening nr. 791/2011 luidt:
‘Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2, die momenteel zijn ingedeeld onder de GN-codes ex 7019 51 00 en ex 7019 59 00 (Taric-codes 7019 51 00 10 en 7019 59 00 10). Glasvezelschijven zijn van het antidumpingrecht uitgesloten.’
Douanewetboek
16
Artikel 239 van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302, blz. 1) luidt als volgt:
- ‘1.
Tot terugbetaling of kwijtschelding van de rechten bij invoer of van de rechten bij uitvoer kan ook worden overgegaan in de gevallen andere dan bedoeld in de artikelen 236, 237 en 238
- —
welke volgens de procedure van het Comité worden vastgesteld;
- —
welke het gevolg zijn van omstandigheden die van de zijde van de belanghebbende geen frauduleuze handeling noch klaarblijkelijke nalatigheid inhouden. De gevallen waarin op deze bepaling een beroep kan worden gedaan en de te dien einde toe te passen procedures, worden vastgesteld volgens de procedure van het Comité. Aan de terugbetaling of de kwijtschelding kunnen bijzondere voorwaarden worden verbonden.
- 2.
Terugbetaling of kwijtschelding van de rechten om de in lid 1 genoemde redenen wordt toegestaan indien bij het betrokken douanekantoor vóór het verstrijken van een termijn van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum waarop genoemde rechten aan de schuldenaar zijn medegedeeld, een daartoe strekkend verzoek wordt ingediend.
De douaneautoriteiten kunnen evenwel in naar behoren aangetoonde uitzonderingsgevallen toestaan dat deze termijn wordt overschreden.’
Hoofdgeding en prejudiciële vragen
17
Op 17 en 30 maart 2011 heeft GSV een aanvraag ingediend om glasvezelweefsels uit China in het vrije verkeer te brengen, met aangifte onder Taric-code 7019 59 00 90.
18
De Nemzeti Adó- és Vámhivatal Hajdú-Bihar Megyei Vám- és Pénzügyőri Igazgatósága (directie douane en financiën van de provincie Hajdú-Bihar, ressorterend onder de nationale belasting- en douanedienst) heeft het betrokken materiaal onder Taric-code 7019 59 00 10 ingedeeld omdat het voldeed aan de in die post genoemde eigenschappen, namelijk open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2, en was dus van mening dat de door GSV in haar douaneaangifte opgegeven tariefpost 7019 59 00 90 van het Taric geen toepassing kon vinden.
19
De Hongaarse douaneautoriteiten meenden dat het betrokken materiaal als gevolg van die indeling onderworpen was aan een voorlopig antidumpingrecht op grond van artikel 1 van verordening nr. 138/2011 en vervolgens aan een definitief antidumpingrecht op grond van artikel 1 van verordening nr. 791/2011, zodat zij GSV hebben gelast over te gaan tot betaling daarvan.
20
GSV heeft bezwaar aangetekend bij de Nemzeti Adó- és Vámhivatal Észak-Alföldi Regionális Vám- és Pénzügyőri Főigazgatósága, stellende dat het door haar ingevoerde materiaal onder tariefpost 7019 59 00 90 van het Taric moest worden ingedeeld, aangezien het niet valt onder het begrip ‘szitaszövet’ zoals dat wordt gehanteerd in de Hongaarse versie van die verordeningen en van Taric-code 7019 59 00 10. Het Hongaarse begrip ‘szitaszövet’ wordt met name in het Engels vertaald met ‘bolting cloth’, en in het Frans met ‘gazes et toiles à bluter’, terwijl de in de Engelse en in de Franse versie van deze Taric-code gebruikte begrippen ‘open mesh fabrics’ en ‘tissu à maille ouverte’ zijn, waarvan de Hongaarse vertaling ‘hálós szövet’ luidt.
21
Nadat verweerster in het hoofdgeding haar besluit had bekrachtigd, heeft GSV bij de verwijzende rechter beroep ingesteld tot vaststelling dat de tariefindeling van de Hongaarse douaneautoriteiten onrechtmatig is, en tot nietigverklaring van dat besluit.
22
Partijen in het hoofdgeding zijn het erover eens dat het betrokken materiaal niet kan worden omschreven als ‘szitaszövet’.
23
Tegen deze achtergrond heeft de Debreceni Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:
- ‘1)
Kan materiaal dat
- —
wit is,
- —
een rechthoekige vorm heeft,
- —
geweven is,
- —
vervaardigd door binding van gevlochten draad,
- —
waarbij de inslagen uit twee draden bestaan
- —
die elkaar kruisen en de kettingen omranden,
- —
met openingen van 4 mm × 4 mm,
- —
met afmetingen van 100 cm × 201 cm,
- —
waarvan de vezels van glas zijn
- —
en met styreen-acrylaat-copolymeerplastic zijn bekleed,
- —
dat niet is vervaardigd met rovings,
- —
met een gewicht van 136 g/m2,
- —
met een kettingdichtheid van 415 tex
- —
en een inslagdichtheid van 132 tex,
geacht worden te voldoen aan de eigenschappen die worden genoemd in punt 14 van de considerans en artikel 1, lid 1, van [verordening nr. 138/2011], namelijk
- —
open weefsels
- —
van glasvezels,
- —
met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte,
- —
en met een gewicht van meer dan 35 g/m2,
zodat Taric-code 7019 59 00 10 aldus moet worden uitgelegd dat het hierboven beschreven materiaal als zodanig daaronder valt, daarbij ook rekening houdend met de verschillende taalversies van de tariefindeling en het gemeenschapsrecht?
- 2)
Zo ja, kan dan krachtens het gemeenschapsrecht vrijstelling van betaling van het antidumpingrecht worden verleend aan een natuurlijke of rechtspersoon die zich verlaat op de tekst van de regeling zoals deze is gepubliceerd in zijn nationale taal — zonder zich ervan te vergewissen dat er geen betekenisverschillen met andere taalversies zijn — en, op basis van de algemeen gangbare betekenis van de bewoordingen van de regeling in zijn taal, in de Unie een buiten de Unie vervaardigd product invoert dat volgens de hem bekende taalversie geen product is waarvoor het antidumpingrecht geldt, ook al kan uit een vergelijking van de verschillende taalversies van de gemeenschapsregeling worden afgeleid dat het product naar gemeenschapsrecht wel aan het antidumpingrecht is onderworpen?’
Beantwoording van de prejudiciële vragen
Eerste vraag
24
Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of Taric-code 7019 59 00 10 aldus moet worden uitgelegd dat daaronder vallen producten als die in het hoofdgeding, waarbij met name sprake is van glasvezelweefsels die openingen hebben met een celgrootte van 4 mm in zowel lengte als breedte en die een gewicht hebben van 136 g/m2.
25
Deze tariefpost omvat volgens de Franse versie ervan ‘tissus de fibre de verre à maille ouverte dont la cellule mesure plus de 1,8 mm tant en longueur qu'en largeur et dont le poids est supérieur à 35 g/m2’ (open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2).
26
De Hongaarse versie verschilt evenwel van de in het vorige punt van het onderhavige arrest opgenomen tekst doordat daarin het begrip ‘szitaszövet’ wordt gebruikt, dat in het Frans wordt vertaald met ‘gazes et toiles à bluter’ (builgaas), en niet met ‘tissu à maille ouverte’ (open weefsel).
27
Het is vaste rechtspraak dat de in een van de taalversies van een Unierechtelijke bepaling gebruikte formulering niet als enige grondslag voor de uitlegging van die bepaling kan dienen of voorrang kan hebben boven de andere taalversies. Unierechtelijke bepalingen moeten immers uniform worden uitgelegd en toegepast in het licht van de tekst in alle talen van de Unie. Wanneer er verschillen zijn tussen de taalversies van een Unierechtelijke bepaling, moet bij de uitlegging van de betrokken bepaling worden gelet op de algemene opzet en de doelstelling van de regeling waarvan zij een onderdeel vormt (zie arrest Kurcums Metal, C-558/11, EU:C:2012:721, punt 48 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
28
Aangaande de versies van Taric-code 7019 59 00 10 in andere talen van de Unie dan het Hongaars, moet worden vastgesteld dat daarin, net als in de in punt 25 van het onderhavige arrest opgenomen Franse versie, expliciet wordt verwezen naar ‘open weefsel’ en niet naar ‘builgaas’. Zo wordt bijvoorbeeld in de Spaanse versie ‘tejidos de malla abierta’ gebruikt, is er in de Duitse versie sprake van ‘offenmaschige Gewebe’, hanteert de Engelse versie ‘open mesh fabrics’, wordt in de Poolse versie gebruikgemaakt van het begrip ‘tkaniny siatkowe o otwartych’ en heeft de Zweedse versie het over ‘öppna maskor’.
29
De bewoordingen van Taric-code 7019 59 00 10 in de in het vorige punt genoemde versies suggereren dus dat deze tariefpost niet kan worden toegepast op ‘builgaas’.
30
Deze conclusie vindt steun in de algemene opzet en de doelstelling van deze tariefpost. Vastgesteld moet immers worden dat de bewoordingen van GN-post 7019 zien op glasvezels, waaronder glaswol, en werken daarvan, in het bijzonder garens en weefsels, en dus uitsluitend betrekking hebben op producten waarvan de belangrijkste eigenschap is dat zij van glasvezel zijn gemaakt. Hieruit volgt dat de eigenschap dat het om open weefsel gaat, noodzakelijkerwijs moet worden gezien in samenhang met de eigenschap dat het dient te gaan om glasvezelweefsel.
31
Bij het begrip ‘gazes et toiles à bluter’ (builgaas) moet met name worden uitgegaan van de algemeen gangbare betekenis van het werkwoord ‘bluter’ (builen), waarmee bedoeld wordt het ziften en dus het filteren en scheiden, terwijl glasvezel wordt gekenmerkt door haar versterkings- en isolatie-eigenschappen, zoals met name uit punt 15 van de considerans van verordening nr. 138/2011 blijkt.
32
Bovendien dient erop te worden gewezen dat ‘builgaas’ expliciet wordt vermeld, ook in de Hongaarse versie van de GN, in GN-post 5911 ‘Producten en artikelen van textiel, voor technisch gebruik, bedoeld bij aantekening 7 op dit hoofdstuk’. Vastgesteld moet worden dat in aantekening 7 a) op hoofdstuk 59 van de GN uitdrukkelijk is aangegeven dat post 5911 met name ‘builgaas’ omvat, zodat dit materiaal geacht wordt van de overige posten van afdeling XI van de GN ‘Textielstoffen en textielwaren’ te zijn uitgezonderd. Derhalve kan ‘builgaas’ evenmin worden ingedeeld onder afdeling XIII van de GN ‘Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen; keramische producten; glas en glaswerk’, waaronder GN-post 7019 is ingedeeld.
33
Voorts moet worden opgemerkt dat Taric-code 7019 59 00 10 is ingesteld met het oog op de oplegging van een antidumpingheffing op, zoals uit de bewoordingen van de verordeningen nrs. 138/2011 en 791/2011 blijkt, bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit China.
34
Elke andere uitlegging, zoals die welke verzoekster in het hoofdgeding voorstaat, zou dus tot gevolg hebben dat de ingestelde antidumpingmaatregelen worden omzeild.
35
Gelet op het voorgaande moet tariefpost 7019 59 00 10 van het Taric aldus worden uitgelegd dat open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2 daaronder worden ingedeeld.
36
Wat vervolgens de vraag betreft of de in de verwijzingsbeslissing genoemde eigenschappen van het door verzoekster in het hoofdgeding ingevoerde materiaal overeenkomen met alle eigenschappen van deze tariefpost, moet erop worden gewezen dat wanneer het Hof een prejudiciële vraag krijgt voorgelegd op het gebied van de tariefindeling, het tot taak heeft om de nationale rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan deze de betrokken producten correct in de GN kan indelen, en niet om zelf deze indeling te verrichten, temeer daar het Hof niet altijd over de daarvoor noodzakelijke gegevens beschikt. De nationale rechter lijkt hiertoe in ieder geval beter toegerust (zie in die zin arresten Proxxon, C-500/04, EU:C:2006:111, punt 23, en Digitalnet e.a., C-320/11, C-330/11, C-382/11 en C-383/11, EU:C:2012:745, punt 61).
37
Om de verwijzende rechter een nuttig antwoord te geven, zodat hij de aan hem gevraagde tariefindeling kan verrichten, kan het Hof hem evenwel, in een geest van samenwerking met de nationale rechters en gelet op de in de verwijzingsbeslissing verstrekte gegevens, alle aanwijzingen geven die het noodzakelijk acht (zie in die zin arresten Lohmann en Medi Bayreuth, C-260/00—C-263/00, EU:C:2002:637, punt 28, en Pärlitigu, C-56/08, EU:C:2009:467, punt 23).
38
Het is vaste rechtspraak dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze volgens de bewoordingen van de GN-post en in de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven (zie met name arresten Proxxon, EU:C:2006:111, punt 21; Rakvere Lihakombinaat, C-140/08, EU:C:2009:667, punt 42, en Digitalnet e.a., EU:C:2012:745, punt 27 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
39
Met betrekking tot de eerste eigenschap van Taric-code 7019 59 00 10, namelijk dat het om glasvezelweefsel gaat, moet, gelet op de gegevens die de verwijzende rechter heeft verstrekt in antwoord op een verzoek om verduidelijkingen dat hem op grond van artikel 101 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof was gedaan, worden vastgesteld dat de draden van de binding van het door verzoekster in het hoofdgeding ingevoerde weefsel van glasvezel zijn gemaakt.
40
Aangaande de tweede eigenschap van een product als bedoeld in Taric-code 7019 59 00 10, namelijk dat het om open weefsel dient te gaan, moet erop worden gewezen dat het feit dat het door verzoekster in het hoofdgeding ingevoerde materiaal is vervaardigd door binding van gevlochten draad, waarbij de inslagen uit twee draden bestaan die elkaar kruisen en de kettingen omranden, geen invloed heeft op de tariefindeling van het betrokken materiaal, aangezien er daarbij daadwerkelijk sprake is, zoals blijkt uit de gegevens die de verwijzende rechter heeft verstrekt, van openingen van 4 mm bij 4 mm.
41
De open weefsels van glasvezels moeten volgens deze tariefpost voorts een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en een gewicht van meer dan 35 g/m2 hebben.
42
Zoals blijkt uit de bewoordingen van de eerste prejudiciële vraag, is bij het materiaal waarvan verzoekster in het hoofdgeding aangifte heeft gedaan bij de Hongaarse douaneautoriteiten, sprake van weefsel met openingen van 4 mm bij 4 mm, zoals is vermeld in punt 40 van het onderhavige arrest, en heeft dat materiaal een gewicht van 136 g/m2.
43
Ten slotte moet eraan worden herinnerd dat de bestemming van het product een objectief indelingscriterium kan zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product, waarbij de inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie met name arresten Sunshine Deutschland Handelsgesellschaft, C-229/06, EU:C:2007:239, punt 28; Medion en Canon Deutschland, C-208/06 en C-209/06, EU:C:2007:553, punt 37, en TNT Freight Management, C-291/11, EU:C:2012:459, punt 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
44
Opgemerkt dient dus te worden dat, gelet op punt 15 van de considerans van verordening nr. 138/2011, de open weefsels van glasvezels bedoeld zijn om te worden gebruikt als versterkingsmateriaal in de bouwsector, namelijk voor externe thermische isolatie, versterking van marmer of vloeren en herstelling van muren.
45
Uit de gegevens die de verwijzende rechter heeft verstrekt in antwoord op het in punt 39 van het onderhavige arrest genoemde verzoek om verduidelijkingen, blijkt ook dat het door verzoekster in het hoofdgeding ingevoerde materiaal bestemd is voor de bouw.
46
Gelet op al het voorgaande moet op de eerste vraag worden geantwoord dat Taric-code 7019 59 00 10 aldus moet worden uitgelegd dat producten als die welke door de verwijzende rechter zijn beschreven en waarbij met name sprake is van glasvezelweefsels die openingen hebben met een celgrootte van 4 mm in zowel lengte als breedte, een gewicht hebben van meer dan 35 g/m2 en bestemd zijn voor de bouw, daaronder kunnen worden ingedeeld.
Tweede vraag
47
Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of het feit dat het materiaal waarop de in het hoofdgeding aan de orde zijnde douaneaangifte betrekking heeft, weliswaar voldoet aan de eigenschappen zoals opgenomen in Taric-code 7019 59 00 10 en genoemd in de verordeningen waarbij het aan antidumpingrechten wordt onderworpen, maar niet overeenkomt met de benaming die daaraan wordt gegeven in de versies van die code en die verordeningen die zijn gepubliceerd in de taal van de lidstaat van herkomst van degene die aangifte doet en waarop deze persoon zich bij zijn aangifte uitsluitend heeft gebaseerd, kan leiden tot ongedaanmaking van de tariefindeling van dit materiaal onder genoemde code, waartoe de douaneautoriteiten zijn overgegaan op basis van alle andere taalversies van die code en die verordeningen.
48
Zoals blijkt uit in punt 27 van het onderhavige arrest aangehaalde vaste rechtspraak, kan de in een van de taalversies van een Unierechtelijke bepaling gebruikte formulering niet als enige grondslag voor de uitlegging van die bepaling dienen of voorrang hebben boven de andere taalversies, aangezien Unierechtelijke bepalingen uniform moeten worden uitgelegd en toegepast in het licht van de tekst in alle talen van de Unie.
49
Voorts moet, zoals volgt uit het antwoord op de eerste vraag, Taric-code 7019 59 00 10 aldus worden uitgelegd dat materiaal waarbij met name sprake is van glasvezelweefsels die openingen hebben met een celgrootte van 4 mm in zowel lengte als breedte, een gewicht hebben van meer dan 35 g/m2 en bestemd zijn voor de bouw, daaronder wordt ingedeeld.
50
Hieruit volgt dat indien het door verzoekster in het hoofdgeding ingevoerde materiaal overeenkomt met de beschrijving van het materiaal waarvoor krachtens de verordeningen nrs. 138/2011 en 791/2011 antidumpingrechten gelden, bij de invoer daarvan in de Unie de desbetreffende antidumpingrechten moeten worden betaald.
51
In die omstandigheden kan de douaneautoriteiten niet worden verweten dit materiaal onder tariefpost 7019 59 00 10 van het Taric te hebben ingedeeld.
52
Bovenstaande overwegingen laten echter onverlet dat die antidumpingrechten eventueel worden terugbetaald of kwijtgescholden overeenkomstig de procedure van artikel 239 van het communautair douanewetboek, mits is voldaan aan de aldaar genoemde voorwaarden.
53
Gelet op een en ander moet op de tweede vraag worden geantwoord dat het feit dat het materiaal waarop de in het hoofdgeding aan de orde zijnde douaneaangifte betrekking heeft, weliswaar voldoet aan de eigenschappen zoals opgenomen in Taric-code 7019 59 00 10 en genoemd in de verordeningen waarbij het aan antidumpingrechten wordt onderworpen, maar niet overeenkomt met de benaming die daaraan wordt gegeven in de versies van die code en die verordeningen die zijn gepubliceerd in de taal van de lidstaat van herkomst van degene die aangifte doet en waarop deze persoon zich bij zijn aangifte uitsluitend heeft gebaseerd, niet kan leiden tot ongedaanmaking van de tariefindeling van dit materiaal onder genoemde code, waartoe de douaneautoriteiten zijn overgegaan op basis van alle andere taalversies van die code en die verordeningen.
Kosten
54
Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het Hof (Tweede kamer) verklaart voor recht:
- 1)
Het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschappen, dat is vastgesteld bij artikel 2 van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, moet aldus worden uitgelegd dat producten als die welke door de verwijzende rechter zijn beschreven en waarbij met name sprake is van glasvezelweefsels die openingen hebben met een celgrootte van 4 mm in zowel lengte als breedte, een gewicht hebben van meer dan 35 g/m2 en bestemd zijn voor de bouw, kunnen worden ingedeeld onder code 7019 59 00 10 daarvan.
- 2)
Het feit dat het materiaal waarop de in het hoofdgeding aan de orde zijnde douaneaangifte betrekking heeft, weliswaar voldoet aan de eigenschappen zoals opgenomen in code 7019 59 00 10 van het geïntegreerde tarief van de Europese Gemeenschappen en genoemd in de verordeningen waarbij het aan antidumpingrechten wordt onderworpen, maar niet overeenkomt met de benaming die daaraan wordt gegeven in de versies van die code en die verordeningen die zijn gepubliceerd in de taal van de lidstaat van herkomst van degene die aangifte doet en waarop deze persoon zich bij zijn aangifte uitsluitend heeft gebaseerd, kan niet leiden tot ongedaanmaking van de tariefindeling van dit materiaal onder genoemde code, waartoe de douaneautoriteiten zijn overgegaan op basis van alle andere taalversies van die code en die verordeningen.
ondertekeningen
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 09‑04‑2014