Einde inhoudsopgave
Pensioenwet ambtenaren BES
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2011. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 17-11-2011, Stb. 571.
- Bronpublicatie:
04-01-2011, Stcrt. 2011, 780 (uitgifte: 19-01-2011, regelingnummer: 2011-0000001839)
- Inwerkingtreding
20-01-2011, terugwerkend tot: 10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-01-2011, Stcrt. 2011, 780 (uitgifte: 19-01-2011, regelingnummer: 2011-0000001839)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
Het lichaam verstrekt aan de persoon die werknemer wordt, zo mogelijk vóór de aanvang van zijn betrekking, een geschrift waaruit zijn hoedanigheid van werknemer blijkt.
2.
Het lichaam verstrekt aan het bestuur de gegevens omtrent de dienstverhouding van de persoon die werknemer wordt, alsmede van de persoon van wie de hoedanigheid van werknemer eindigt.
3.
Het bestuur verstrekt aan het lichaam voor elke dienstverhouding waarin de hoedanigheid van werknemer wordt verkregen een geschrift waaruit dit blijkt, de intreebevestiging.
4.
Het bestuur verstrekt aan het lichaam voor iedere beëindiging van de hoedanigheid van werknemer een geschrift waaruit dit blijkt, de uittreebevestiging.
5.
Het bestuur kan ook ambtshalve een intree- of uittreebevestiging verstrekken.
6.
Het bestuur verstrekt aan de werknemer een afschrift van de intree- en uittreebevestiging.
7.
Van geschriften of andere informatiedragers, waarvan de kennisneming voor het bestuur van belang kan zijn voor de toepassing van deze paragraaf, wordt aan het bestuur op een daartoe strekkend verzoek een kopie toegezonden.
8.
Bij ministeriële regeling, kunnen regels worden gegeven inzake de uitvoering van dit artikel.