HR, 07-01-2014, nr. 12/00686
ECLI:NL:HR:2014:12
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
07-01-2014
- Zaaknummer
12/00686
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2014:12, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑01‑2014; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2308
ECLI:NL:PHR:2013:2308, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:12
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2014-0005
Uitspraak 07‑01‑2014
Inhoudsindicatie
Witwassen. Slagende bewijsklacht opzet. Aangezien ’s Hofs kennelijke oordeel dat verdachte “op de hoogte is geweest van het in zijn auto aangetroffen geldbedrag” niet zonder uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid, is de bewezenverklaring onvoldoende met redenen omkleed.
Partij(en)
7 januari 2014
Strafkamer
nr. 12/00686
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 oktober 2011, nummer 20/003734-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983.
1. Geding in cassatie
Het beroep - dat kennelijk niet is gericht tegen de vrijspraak van feit 2 - is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.G.J. de Rooij, advocaat te Helmond, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 4 tenlastegelegde en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat het bewezenverklaarde opzet niet uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op 22 december 2009, te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een ander, van voorwerpen, bankbiljetten, een bedrag van in totaal euro 54.875, de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dat dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsvoering zoals weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 6 en 7.
2.2.3.
Voor de beoordeling van het middel is in het bijzonder van belang hetgeen het Hof heeft overwogen naar aanleiding van het verweer "dat uit de bewijsmiddelen niet kan blijken dat verdachte heeft geweten van de aanwezigheid van het geldbedrag in de Volkswagen Golf":
"Bij de beoordeling van het verweer heeft als uitgangspunt te gelden dat de eigenaar van de auto verantwoordelijk is voor hetgeen zich in zijn auto bevindt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt.
Verdachte stond ingeschreven en verbleef in de woning aan de [a-straat 1] en verdachte was de eigenaar van de Volkswagen Golf. Deze Volkswagen Golf stond op het moment van aantreffen van het geldbedrag geparkeerd voor de woning van zijn vader en de sleutels van de auto lagen binnen in de woning.
Als uitgangspunt heeft derhalve te gelden dat verdachte op de hoogte is geweest van het in zijn auto aangetroffen geldbedrag.
Verdachtes verweer dat hij in het geheel niets heeft geweten van de aanwezigheid van het geld omdat dit mogelijk buiten zijn medeweten door een hem onbekend iemand in zijn auto is gelegd, is niet geloofwaardig en tijdens het onderzoek ter terechtzitting in het geheel niet aannemelijk geworden.
De enkele verklaring dat het gewoon is dat andere bewoners van het kamp elkaars auto gebruiken, maakt dat niet anders. Immers verdachte heeft gesteld dat hij erg zuinig op zijn auto is en de sleutels van de auto lagen binnen. Daarbij komt dat dit op zich nog geen verklaring biedt voor het feit dat zo iemand dan dit aanzienlijke bedrag, zonder medeweten van de verdachte, in diens auto zou achterlaten.
Het hof houdt verdachte dan ook verantwoordelijk voor hetgeen in zijn auto is aangetroffen.
Gelet op de teksten die op de pakketjes geld zijn geschreven, welke teksten exact overeen komen met de teksten op het briefje dat op de slaapkamer van zijn vader, medeverdachte [medeverdachte] is aangetroffen, het feit dat de auto voor de woning van [medeverdachte] geparkeerd stond en de sleutels in zijn woning lagen is het hof van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met [medeverdachte] verantwoordelijk is voor het verbergen van het geld in de auto."
2.3.
Aangezien het kennelijk oordeel van het Hof dat de verdachte "op de hoogte is geweest van het in zijn auto aangetroffen geldbedrag" niet zonder meer uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid, is de bewezenverklaring onvoldoende met redenen omkleed.
2.4.
Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak - voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen - niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 januari 2014.
Conclusie 26‑11‑2013
Inhoudsindicatie
Witwassen. Slagende bewijsklacht opzet. Aangezien ’s Hofs kennelijke oordeel dat verdachte “op de hoogte is geweest van het in zijn auto aangetroffen geldbedrag” niet zonder uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid, is de bewezenverklaring onvoldoende met redenen omkleed.
Nr. 12/00686 Zitting: 26 november 2013 | Mr. Aben Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 18 oktober 2011 de verdachte ter zake van 4. “medeplegen van witwassen” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr. Voorts heeft het hof de teruggave aan de verdachte gelast van een inbeslaggenomen Volkswagen Golf.
2. Deze zaak hangt samen met de zaken [medeverdachte 2] (12/06003) en [medeverdachte 1] (11/04840), in welke zaken ik vandaag eveneens zal concluderen.
3. Namens de verdachte heeft mr. K.C.A. van der Meijden, advocaat te Helmond, beroep in cassatie ingesteld en heeft mr. B.G.J. de Rooij, advocaat te Helmond, bij schriftuur één middel van cassatie voorgesteld.
4. Het middel klaagt dat het opzet op het onder 4 bewezenverklaarde witwassen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
5. Ten laste van de verdachte is onder 4 bewezenverklaard dat:
“hij op 22 december 2009, te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een ander, van voorwerpen, bankbiljetten, een bedrag van in totaal euro 54.875, de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dat dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.”
6. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal van bevindingen van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. 221909106, pagina 16, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of bevinding van de desbetreffende verbalisant:
De personalia van de in het proces-verbaal genoemde verdachten betreffen:
Verdachte [medeverdachte 1]
Voornamen [voornamen]
Roepnaam [roepnaam]
Wonende te [woonplaats]
Verdachte [verdachte]
Voornamen [voornamen]
Roepnaam [roepnaam]
Wonende te [woonplaats]
Verblijvende [verblijfplaats],
Zijnde een zoon van [medeverdachte 1] en [betrokkene 1]
Verdachte [verdachte] werd aangehouden aan het adres [b-straat 1] te Eindhoven, zijnde het woonadres van zijn vriendin [betrokkene 2]. Ook het kind van beide verbleef in deze woning.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. 2009210662-8, pagina 619, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of bevinding van de desbetreffende verbalisant:
Op 22/12/2009 nam ik de telefoon op in het bureau van politie te Eindhoven, waarbij het volgende is bevonden.
Ik hoorde dat een vrouw zich bekend maakte als [betrokkene 2]. Zij verklaarde door de telefoon dat de politie in haar woning aan de [b-straat 1] te Eindhoven haar vriend [verdachte] had aangehouden. Zij wilde graag kleding komen brengen voor hem. Ik hoorde dat ze vertelde dat ze daartoe in het pand [a-straat 1] in Eindhoven moest zijn, daar alle kleding van [verdachte] daar zou liggen. [verdachte] was afgelopen nacht blijven logeren. [verdachte] staat ingeschreven in het pand [a-straat 1] in Eindhoven en verblijft daar ook altijd zo verklaarde [betrokkene 2] tegen mij.
3. Een proces-verbaal van verhoor van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. 2009209385-23, pagina's 557-558, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als verklaring van [medeverdachte 1] aan de desbetreffende verbalisanten:
U vraagt mij naar mijn zoon [verdachte]. [verdachte] woont bij mij op de [a-straat 1] te Eindhoven. Af en toe slaapt hij wel eens bij zijn vriendin [betrokkene 2] in Woensel. De Volkswagen Golf [AA-00-BB] is de auto van onze [verdachte]. [verdachte] gebruikt deze auto en is daar erg zuinig op.
4. Een proces-verbaal van bevindingen van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. PL2219 2009209385-97, pagina 438 -439, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of bevinding van de desbetreffende verbalisant:
Op dinsdag 22 december 2009 werd in een woning [a-straat 1] te Eindhoven een doorzoeking gehouden. Tevens werden er acht voertuigen op het terrein aangetroffen, die op de plattegrond worden weergegeven van A tot en met H.
A. ...
……
E. Volkswagen [AA-00-BB] t.n.v. [verdachte].
5. Een proces-verbaal van bevindingen van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. PL2219 2009209385-36, pagina 449, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of bevinding van de desbetreffende verbalisant:
Op dinsdag 22 december 2009 was ik in de woning gelegen aan de [a-straat 1] te Eindhoven. Ik was in de woning naar aanleiding van een doorzoeking. Voor de woning zag ik dat er een personenauto merk Volkswagen type Golf, kleur grijs en voorzien van het kenteken [AA-00-BB]. Ik zag dat er door collega's geld werd aangetroffen in de auto welke in een draagtas zaten. Ik zag dat in de plastic tas twee pakketjes geld zat verpakt in plastic met daarop de tekst 20.000 broertjes, 1 enveloppe met daarop de tekst 10.000 Mo en een enveloppe met daarop de tekst 4.875 Shuk.
Ik, verbalisant, zag dat later op de dag een briefje werd aangetroffen op de vensterbank van de slaapkamer van [medeverdachte 1] met daarop de tekst:
2 x 20.000 broertjes
1 x 10.000 Mo
1 x 4.875 Shuk.
6. Een proces-verbaal van bevindingen van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. PL2219 2009209385-19, pagina's 423-425, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of bevinding van de desbetreffende verbalisant:
Op dinsdag 22 december 2009 ben ik binnengetreden in een woning, gelegen aan de [a-straat 1] te Eindhoven.
In de woning werden onder meer in beslag genomen:
1 lichtgrijze Volkswagen Golf met kenteken [AA-00-BB]
1 contant geld (bankbiljetten) verpakt in een dubbele plastic tas aangetroffen in Volkswagen Golf [AA-00-BB] inhoudende:
2 enveloppen met opschrift "Mo 10.000" en "Shuk 4875" waarin bankbiljetten zaten waarde 14.875,= euro
2 pakjes contant geld (bankbiljetten) waarde 40.000,= euro
7. Een proces-verbaal van bevindingen van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. 221909106, pagina 20, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of bevinding van de desbetreffende verbalisant:
De sleutels van deze Volkswagen Golf (het hof: kenteken [AA-00-BB]) werden in de woning [a-straat 1] aangetroffen.
8. De verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 4 oktober 2011 voor zover deze - zakelijk weergegeven - inhoudt:
De Volkswagen Golf met het kenteken [AA-00-BB] was van mij. Ik was daar heel zuinig op. Ik heb één broer. Meestal werden de sleutels van de Volkswagen Golf in een pot gegooid. De Volkswagen Golf waarin het geld is aangetroffen stond in de [a-straat 1]. Ik heb een autobedrijfje. Ik was heel zuinig op de Volkswagen Golf.
9. Een proces-verbaal van bevindingen van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, divisie recherche, nr. 221909106.81112, deelonderzoek witwassen, pagina 10, in de wettelijke vorm opgemaakt en welke deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt 221909106, onderzoek WINTERVLINDER, voor zover dit - zakelijk weergegeven – inhoudt als eigen waarneming of bevinding van de desbetreffende verbalisant:
Legaal inkomen [verdachte]
Uit gegevens van de belastingdienst en uit de gevorderde boekhouding van [A] Vof blijkt dat verdachte [verdachte] de volgende legale inkomsten heeft:
2009
Zorgtoeslag: € 290,00
Winst uit klussenbedrijf [verdachte] € 5.000,00 (geschat)
2008
Zorgtoeslag: € 552,00
Verlies uit [A] Vof € 3.106,00
2007
Zorgtoeslag: € 432,00
Verlies uit onderneming [A] Vof € 3.683,00
Uitkering UWV (netto) € 309,00
2006
Zorgtoeslag: € 396,00
Winst uit onderneming [A] Vof € 5.999,00
[B] BV (netto) € 11.314,00
2005
Zorgtoeslag € 34,00
Winst uit onderneming [A] Vof € 865,00
[B] BV (netto) € 9.081,00”
7. Voorts heeft het hof ten aanzien van het bewijs het volgende overwogen:
“Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
B1
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
B2
De raadsman heeft namens verdachte bepleit dat hij wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe - kort samengevat - aangevoerd dat
a.
uit de bewijsmiddelen niet kan blijken dat verdachte heeft geweten van de aanwezigheid van het geldbedrag in de Volkswagen Golf. In het bijzonder heeft verdachte daartoe nog aangevoerd dat het heel gebruikelijk is dat bewoners van het kamp van elkaars auto gebruik maken.
b.
het enkele voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen/verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp. Indien er derhalve al sprake is van enige relatie tussen de persoon van verdachte en het in die auto aangetroffen geldbedrag, brengt dit - aldus de raadsman - nog niet mee dat verdachte zich schuldig maakt aan witwassen.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
B3.1
Het hof stelt op grond van dossier alsmede het verhandelde ter terechtzitting het volgende vast.
- Op 22 december 2009 vond er een doorzoeking van de woning [a-straat 1] te Eindhoven plaats. Vaststaat dat de vader van verdachte, [medeverdachte 1] op dit adres woonachtig was op dat moment. Verdachte stond in de gemeentelijke basisadministratie ook op dit adres ingeschreven.
- Verdachte verblijft zeer regelmatig in de woning op de [a-straat 1] te Eindhoven. De vader van de verdachte heeft daarover onder meer verklaard dat verdachte, ook genoemd [verdachte], bij hem op de [a-straat 1] te Eindhoven woont en af en toe wel eens slaapt bij zijn vriendin [betrokkene 2] in Woensel (blz. 557). De vriendin [betrokkene 2] heeft daarover verklaard dat verdachte, [verdachte], bij zijn vader staat ingeschreven en daar ook altijd verblijft. Hij logeert ook wel eens bij haar (blz. 619). Op het moment van de doorzoeking was verdachte op het adres van deze vriendin aan de [b-straat 1] (p.16).
- Tijdens de doorzoeking van de woning [a-straat 1] blijkt dat naast de woning een personenauto, een grijze Volkswagen Golf met kenteken [AA-00-BB], staat geparkeerd. Deze auto staat op naam van verdachte. (p.439)
- In de auto wordt een plastic tas aangetroffen met geld in een draagtas. In de plastic tas zitten twee pakketjes geld verpakt in plastic met daarop de tekst "20.000 broertjes", een envelop met daarop de tekst "10.000 Mo" en een envelop met daarop de tekst "4.875 Shuk". (p.449)
- Op de vensterbank van de slaapkamer van medeverdachte en vader van verdachte [medeverdachte 1] in de woning aan [a-straat 1] wordt een briefje aangetroffen met daarop de tekst "2 x 20.000 broertjes 1 x 10.000 Mo 1 x 4.875 Shuk". In totaal wordt in deze auto een geldbedrag aangetroffen van ruim € 54.875,-.(p. 425)
- De sleutels van de bedoelde auto zijn in de woning [a-straat 1] aangetroffen. (p.20)
- De bedoelde Volkswagen Golf is blijkens zijn verklaring van verdachte en verdachte is er erg zuinig op;
- Uit gegevens van de belastingdienst en de boekhouding van verdachte blijkt dat verdachte de volgende legale inkomsten heeft: (p. 10 dossier witwassen [verdachte])
2009
Zorgtoeslag: € 290,00
Winst uit klussenbedrijf [verdachte] € 5.000,00
2008
Zorgtoeslag: € 552,00
Verlies uit [A] Vof € 3.106,00
2007
Zorgtoeslag: € 432,00
Verlies uit onderneming [A] Vof € 3.683,00
Uitkering UWV (netto) € 309,00
2006
Zorgtoeslag: € 396,00
Winst uit onderneming [A] Vof € 5.000,00
[B] BV (netto) €11.314,00
2005
Zorgtoeslag € 34,00
Winst uit onderneming [A] Vof € 865,00
[B] BV (netto) € 9.081,00
B3.2
Bij de beoordeling van het verweer heeft als uitgangspunt te gelden dat de eigenaar van de auto verantwoordelijk is voor hetgeen zich in zijn auto bevindt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt..
Verdachte stond ingeschreven en verbleef in de woning aan de [a-straat 1] en verdachte was de eigenaar van de Volkwagen Golf. Deze Volkswagen Golf stond op het moment van aantreffen van het geldbedrag geparkeerd voor de woning van zijn vader en de sleutels van de auto lagen binnen in de woning.
Als uitgangspunt heeft derhalve te gelden dat verdachte op de hoogte is geweest van het in zijn auto aangetroffen geldbedrag.
Verdachtes verweer dat hij in het geheel niets heeft geweten van de aanwezigheid van het geld omdat dit mogelijk buiten zijn medeweten door een hem onbekend iemand in zijn auto is gelegd, is niet geloofwaardig en tijdens het onderzoek ter terechtzitting in het geheel niet aannemelijk geworden.
De enkele verklaring dat het gewoon is dat andere bewoners van het kamp elkaars auto gebruiken, maakt dat niet anders. Immers verdachte heeft gesteld dat hij erg zuinig op zijn auto is en de sleutels van de auto lagen binnen. Daarbij komt dat dit op zich nog geen verklaring biedt voor het feit dat zo iemand dan dit aanzienlijke bedrag, zonder medeweten van de verdachte, in diens auto zou achterlaten.
Het hof houdt verdachte dan ook verantwoordelijk voor hetgeen in zijn auto is aangetroffen. Gelet op de teksten die op de pakketjes geld zijn geschreven, welke teksten exact overeen komen met de teksten op het briefje dat op de slaapkamer van zijn vader, medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen, het feit dat de auto voor de woning van [medeverdachte 1] geparkeerd stond en de sleutels in zijn woning lagen is het hof van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] verantwoordelijk is voor het verbergen van het geld in de auto.
B3.3
Gelet op het inkomen van verdachte dat uit de gegevens van de belastingdienst en boekhouding van verdachte kan worden afgeleid en op geen enkele wijze is gebleken van andere legale inkomsten, in samenhang bezien met het feit dat verdachte geen enkele redelijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het geld, is het hof van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het in de auto verborgen geldbedrag van € 54.875,00 - onmiddellijk of middellijk - van misdrijf afkomstig was, dat verdachte en medeverdachte dit wisten en dat verdachte en zijn medeverdachte door het in een tas in de auto te verbergen, de herkomst van dit bedrag hebben verhuld
Het verweer wordt in zoverre verworpen.
B4
De raadsman heeft voorts nog gesteld dat het enkele voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen/verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp.
Dit verweer moet worden verworpen omdat dit ziet op een situatie als bedoeld in artikel 420bis, eerste lid aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafrecht, terwijl de opsteller van de tenlastelegging naar het oordeel van het hof kennelijk heeft gedoeld op het verwijt opgenomen in artikel 420bis, eerste lid aanhef en onder a van dat wetboek.”
8.
In de toelichting op het middel wordt aangevoerd dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan volgen dat de verdachte wist van de aanwezigheid op 22 december 2009 van het aangetroffen geldbedrag in zijn auto.
9.
Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte op de hoogte is geweest van het in zijn auto aangetroffen geldbedrag. Dit oordeel heeft het hof blijkens zijn bewijsoverweging gegrond op de volgende feiten en omstandigheden: dat de verdachte stond ingeschreven en verbleef (ik begrijp: woonde) in de woning aan de [a-straat 1] te Eindhoven, hij de eigenaar was van de betreffende auto, deze auto op het moment van het aantreffen van het geldbedrag bij de woning aan de [a-straat 1] geparkeerd stond en dat de sleutels van de auto in deze woning lagen. Mijns inziens zijn deze feiten en omstandigheden echter ontoereikend om tot dit oordeel te komen.
10.
Uit ’s hofs bewijsvoering volgt dat de sleutels van de auto zijn aangetroffen in de woning aan [a-straat 1] te Eindhoven. De verdachte was ten tijde van de doorzoeking echter niet in de woning aan de [a-straat 1] maar verbleef bij zijn vriendin aan de [b-straat 1] te Eindhoven. De sleutels bevonden zich aldus onder handbereik van in ieder geval medeverdachte [medeverdachte 1] (vader van de verdachte), die gelet op het in zijn slaapkamer aangetroffen briefje aan het aangetroffen geldbedrag kan worden gelinkt. Voorts is niet vastgesteld dat de verdachte over een ander paar sleutels beschikte en heeft hij iedere wetenschap van het aangetroffen geldbedrag ontkend. Mijns inziens heeft het hof gelet op het voorgaande het bewezenverklaarde niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kunnen afleiden.
11.
Het middel slaagt.
12.
Ambtshalve heb ik geen grond aangetroffen die tot vernietiging van het bestreden arrest aanleiding behoort te geven.
13.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 4 tenlastegelegde en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het hof teneinde in zoverre op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG