Mandaatbesluit beschermde stads- en dorpsgezichten
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 29-04-2010
- Bronpublicatie:
16-04-2010, Stcrt. 2010, 6387 (uitgifte: 27-04-2010, regelingnummer: 2010010582)
- Inwerkingtreding
29-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2010, Stcrt. 2010, 6387 (uitgifte: 27-04-2010, regelingnummer: 2010010582)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 wordt aan de directeur-generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs en aan de directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed mandaat, volmacht en machtiging verleend tot:
2.
De directeur-generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs en de directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kunnen met betrekking tot hun bevoegdheden, genoemd in het eerste lid ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan onder hen ressorterende functionarissen.
3.
De directeur-generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs en de directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dragen zorg voor de onderlinge afstemming en werkafspraken bij de toepassing van de aan hen in het eerste lid toegekende mandaat, volmacht en machtiging.