NJ 1947/105
Dading.
Hof Amsterdam 09-05-1946, ECLI:NL:GHAMS:1946:13
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
9 mei 1946
- Magistraten
Mrs. Verdam, Ruys, Spreij
- Zaaknummer
[NaN12/NJ_1947-105]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS165293:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1946:13, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑05‑1946
- Wetingang
(BW art. 1888.)
Essentie
Dading.
Samenvatting
Aan het in al. 2 van art. 1888 B.W. gestelde vereischte behoeft niet uitsluitend te worden voldaan door een akte maar zulks kan ook geschieden door een onderling tusschen partijen of haar raadslieden gevoerde correspondentie doch dan moeten, de brieven op elkaar aansluiten en gezamenlijk de overeenkomst volledig behelzen, en wel in dier voege, dat daarin duidelijk omschreven wordt welk geschil partijen oplossen en. welke opofferingen zij zich daartoe getroosten.
De in casu gevoerde correspondentie te onvolledig.
Partij(en)
C. W. t. B., te Haarlem, appellant, proc. Mr. J. J. B. van der Mandere,
tegen:
M. A. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.