Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 3
Artikel 185 [Verdeling door rechter]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
22-11-1991, Stb. 1991, 600 (uitgifte: 18-12-1991, kamerstukken: 3770 )
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-1991, Stb. 1991, 600 (uitgifte: 18-12-1991, kamerstukken: 3770 )
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
1.
Voor zover de deelgenoten en zij wier medewerking vereist is, over een verdeling niet tot overeenstemming kunnen komen, gelast op vordering van de meest gerede partij de rechter de wijze van verdeling of stelt hij zelf de verdeling vast, rekening houdende naar billijkheid zowel met de belangen van partijen als met het algemeen belang.
2.
Als wijzen van verdeling komen daarbij in aanmerking:
- a.
toedeling van een gedeelte van het goed aan ieder der deelgenoten;
- b.
overbedeling van een of meer deelgenoten tegen vergoeding van de overwaarde;
- c.
verdeling van de netto-opbrengst van het goed of een gedeelte daarvan, nadat dit op een door de rechter bepaalde wijze zal zijn verkocht.
3.
Zo nodig kan de rechter bepalen dat degene die overbedeeld wordt, de overwaarde geheel of ten dele in termijnen mag voldoen. Hij kan daaraan de voorwaarde verbinden dat zekerheid tot een door hem bepaald bedrag en van een door hem bepaalde aard wordt gesteld.