Einde inhoudsopgave
Uitleveringswet
Artikel 51 [Getuigen in buitenlandse zaak]
Geldend
Geldend vanaf 16-12-1981
- Bronpublicatie:
16-11-1981, Stb. 1981, 683 (uitgifte: 01-01-1981, kamerstukken: 15965 )
- Inwerkingtreding
16-12-1981
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-1981, Stb. 1981, 683 (uitgifte: 01-01-1981, kamerstukken: 15965 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
1.
In gevallen waarin zulks bij een verdrag is bepaald, kan Onze Minister toestaan dat personen die in Nederland rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, tijdelijk ter beschikking worden gesteld van de autoriteiten van een andere staat voor het afleggen van een verklaring als getuige, of voor confrontatie.
2.
Voor zover het verdrag niet anders bepaalt, is de instemming van de tijdelijk ter beschikking te stellen persoon vereist.
3.
4.
Ondergaat de betrokkene in Nederland een vrijheidsstraf, dan komt de tijd gedurende welke hij ter beschikking van de autoriteiten van de andere staat is, in mindering op zijn straftijd.