V-N 2022/22.19
Belastingadviseur volgens A-G civiel aansprakelijk voor over hoofd zien Duitse ’Grunderwerbsteuer’
HR (Parket) 11-03-2022, ECLI:NL:PHR:2022:232, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
11 maart 2022
- Zaaknummer
21/02336
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS648243:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Juridische beroepen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1082, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:232, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
A-G Langemeijer is van mening dat Baker Tilly de internationale herstructurering organiseerde en begeleidde en dat de klant haar dus mocht beschouwen als de aanspreekbare eindverantwoordelijke opdrachtnemer voor het hele traject.
Samenvatting
Baker Tilly Netherlands nv is een belastingadvies- en accountantskantoor dat civielrechtelijk aansprakelijk is gesteld voor een tekortkoming in de uitvoering van de opdracht tot advisering bij een internationale concernstructuurwijziging. De adviseur zou niet hebben gewaarschuwd voor het risico dat in Duitsland in verband met de aandelenoverdracht overdrachtsbelasting (‘Grunderwerbsteuer’) werd geheven ter zake van het Duitse vastgoed. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden was de adviseur in dit opzicht verantwoordelijk. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.