Einde inhoudsopgave
Wet taken meteorologie en seismologie
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-09-2015, Stb. 2015, 345 (uitgifte: 08-10-2015, kamerstukken: 33802)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2015, Stb. 2015, 526 (uitgifte: 22-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister geeft geen aanwijzingen met betrekking tot de methoden, volgens welke de onderzoeken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel h, worden uitgevoerd en de resultaten die daarvan worden gerapporteerd.
2.
Er is een raad van toezicht die tot zorg heeft de wetenschappelijke kwaliteit van alle producten en activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, de onderzoeksmethodiek en de onafhankelijkheid van het onderzoek te bewaken. De raad rapporteert jaarlijks hierover aan Onze Minister. Deze rapporten worden ter inzage gelegd.
3.
Het totaal aantal leden van de raad van toezicht bedraagt ten minste vijf leden en ten hoogste zeven leden, waaronder een voorzitter.
4.
Onze Minister benoemt leden, waaronder hen die deskundig zijn op het terrein van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van meteorologie, seismologie of andere geofysische terreinen, voor een periode van vier jaren. Een lid van de raad van toezicht is geen door het Rijk aangestelde ambtenaar.
5.
De voorzitter en de leden van de raad van toezicht ontvangen een vergoeding overeenkomstig het bepaalde bij de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling, taken en werkzaamheden van de raad van toezicht en de rechtspositie van zijn leden.