NJ 1949/466
Schending van voorschrift van art. 297 Sv. Wet in den zin van art. 99 R. O.
HR 08-03-1949, ECLI:NL:HR:1949:247
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 1949
- Magistraten
Mrs. Fick, Feber, Rombach, Vrij, van Berekel
- Zaaknummer
[08031949/NJ_1949-466]
- Conclusie
Mr. Hooykaas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS108907:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:247, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑1949
- Wetingang
Essentie
Schending van voorschrift van art. 297 Sv. Wet in den zin van art. 99 R. O.
Samenvatting
Ten bezware van verdachte, immers ter weerlegging van een door hem gevoerd verweer, is acht geslagen op een schriftelijk stuk, terwijl uit het procesverbaal der terechtzitting, waarop de zaak is behandeld, noch blijkt, dat bedoeld stuk aldaar is voorgelezen, noch dat de korte inhoud daarvan door den Pol.rechter is meegedeeld, noch dat art. 377 Sv. op dat stuk toepasselijk was. Set moet er mitsdien voor worden gehouden, dat een en ander niet heeft plaats gevonden, zodat de bestreden uitspraak niet in stand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.