Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 258 Handhavingsmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen in een groep de voorschriften van de artikelen 218 tot en met 246 niet naleven, of indien de voorschriften in acht worden genomen maar de solvabiliteit toch dreigt te worden ondermijnd, of indien de intragroeptransacties of de risicoconcentraties de financiële positie van de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen bedreigen, wordt[lees: worden] door de volgende autoriteiten de nodige maatregelen worden getroffen[lees: getroffen] om de situatie zo spoedig mogelijk recht te zetten:
- a)
de groepstoezichthouder wat de verzekeringsholding en gemengde financiële holding betreft;
- b)
de toezichthoudende autoriteiten wat de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen betreft.
Indien de groepstoezichthouder in het in de eerste alinea, onder a), bedoelde geval geen van de toezichthoudende autoriteiten is van de lidstaat waar de verzekeringsholding of gemengde financiële holding haar hoofdkantoor heeft, stelt de groepstoezichthouder deze toezichthoudende autoriteiten in kennis van zijn bevindingen opdat deze de nodige maatregelen kunnen nemen.
Indien de groepstoezichthouder in het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval geen van de toezichthoudende autoriteiten is van de lidstaat waar de verzekerings- of herverzekeringsonderneming haar hoofdkantoor heeft, stelt de groepstoezichthouder deze toezichthoudende autoriteiten in kennis van zijn bevindingen opdat deze de nodige maatregelen kunnen nemen.
Onverminderd lid 2, bepalen de lidstaten welke maatregelen hun toezichthoudende autoriteiten met betrekking tot verzekeringsholdings en gemengde financiële holdings kunnen nemen.
De betrokken toezichthoudende autoriteiten, ook de groepstoezichthouder, coördineren zo nodig hun maatregelen.
2.
Onverminderd hun strafrechtelijke bepalingen, voorzien de lidstaten in sancties of andere maatregelen ten aanzien van verzekeringsholdings en gemengde financiële holdings die de wettelijke, reglementaire of bestuursrechtelijke bepalingen overtreden die ter omzetting van deze richtlijn zijn uitgevaardigd, of ten aanzien van de personen die daadwerkelijk leiding geven aan deze ondernemingen. De toezichthoudende autoriteiten werken nauw samen om erop toe te zien dat die sancties of maatregelen doeltreffend zijn, met name wanneer het hoofdbestuur of hoofdvestiging van een verzekeringsholding of gemengde financiële holding niet in dezelfde lidstaat is gevestigd als statutaire zetel.
3.
De Commissie kan overeenkomstig artikel 301 bis gedelegeerde handelingen vaststellen met het oog op de coördinatie van de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde handhavingsmaatregelen.