Einde inhoudsopgave
Waterschapswet
Artikel 86 [Conservatoire maatregelen]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
08-03-2017, Stb. 2017, 90 (uitgifte: 16-03-2017, kamerstukken: 34236)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2017, Stb. 2017, 128 (uitgifte: 31-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Het dagelijks bestuur neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.
2.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, tenzij het algemeen bestuur daaromtrent in voorkomende gevallen een beslissing heeft genomen, tot het procederen in kort geding en tot voeging in strafzaken als bedoeld in artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering.
3.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, indien ingevolge wettelijk voorschrift aan het waterschap of aan het waterschapsbestuur hetzij een recht van beroep hetzij een recht bezwaar te maken toekomt, om spoedshalve beroep in te stellen of bezwaar te maken alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, om schorsing van het aangevochten besluit of om een voorlopige voorziening ter zake te verzoeken.
4.
Tenzij bij reglement anders is bepaald, wordt het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar ingetrokken, indien het algemeen bestuur de beslissing van het dagelijks bestuur tot het instellen van beroep of het maken van bezwaar niet hetzij in zijn eerstvolgende vergadering, hetzij binnen drie maanden bekrachtigt.