AB 2016/322
Rechtseenheid. Eisen aan een schriftelijke ingebrekestelling ter activatie van de dwangsom ex art. 4:17 Awb.
HR 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1124, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2016
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, M.E. van Hilten
- Zaaknummer
15/04352
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924361:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Rechtswetenschap / Rechtstheorie
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2016
ECLI:NL:HR:2016:1124, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑11‑2015
- Wetingang
Art. 4:17 lid 3 Awb
Essentie
Rechtseenheid.Eisen aan een schriftelijke ingebrekestelling ter activatie van de dwangsom ex art. 4:17 Awb.
Samenvatting
Voor een ingebrekestelling als bedoeld in art. 4:17 lid 3 Awb geldt de eis dat uit een geschrift duidelijk is dat de belanghebbende het bestuursorgaan maant om alsnog een bepaald besluit te nemen. Daarvoor is niet vereist dat in dit geschrift bepaalde termen zoals ‘aanmanen’ of ‘in gebreke stellen’ worden gebruikt. Wel is vereist dat het geschrift voldoende duidelijk maakt (i) op welke aanvraag het betrekking heeft, (ii) dat de belanghebbende zich op het standpunt stelt dat het bestuursorgaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.