NJ 1950/127
Niet gebruik door rechter van deel van inhoud der bewijsmiddelen. Waarneming van den getuige.
HR 25-10-1949, ECLI:NL:HR:1949:38, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 oktober 1949
- Magistraten
Mrs Fick, van der Meulen, Feber, Vrij, van Berckel
- Zaaknummer
[251949/NJ_1950-127]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS133793:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:38, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑10‑1949
- Wetingang
Essentie
Niet gebruik door rechter van deel van inhoud der bewijsmiddelen. Waarneming van den getuige.
Samenvatting
Het staat den rechter vrij zonder nadere motivering een deel der voor hem afgelegde verklaringen ter zijde te stellen; de vraag of hij, voor het vormen van zijn overtuiging meer feitelijkheden in zijn onderzoek had moeten betrekken, kan in cassatie niet ten toetse komen, indien het bewezenverklaarde uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
Niet doet ter zake, dat de getuige het slot van zijn verklaring, waartegen het middel zich richt, inluidde met de weinig gelukkig gekozen woorden „naar mijn oordeel", daar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.