Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.31b Rechten en verplichtingen bij aanmelding uiterlijk op 1 mei
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 5 kan niet worden dorgevoerd.
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 390 (uitgifte: 20-10-2017, kamerstukken: 34678)
07-06-2017, Stb. 2017, 306 (uitgifte: 17-07-2017, kamerstukken: 34355)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2017, Stb. 2017, 491 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-08-2017, Stb. 2017, 319 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Indien de betrokkene zich uiterlijk op 1 mei voor een of meer opleidingen heeft aangemeld op de wijze, bedoeld in artikel 7.31a, eerste lid, heeft hij het recht deel te nemen aan door de instelling met betrekking tot de desbetreffende opleidingen te organiseren studiekeuzeactiviteiten. Het instellingsbestuur kan besluiten dat de betrokkene verplicht is deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten.
2.
Voor het geval dat het overbruggen van de afstand tussen woon- of verblijfplaats en de plaats waar de studiekeuzeactiviteiten plaatsvinden voor een aspirant-student tot overwegende bezwaren leidt, treft het instellingsbestuur zodanige voorzieningen dat deze aspirant-student kan deelnemen aan de studiekeuzeactiviteiten zonder dat diens fysieke aanwezigheid is vereist.
3.
Het instellingsbestuur brengt ten aanzien van elke student die zich heeft aangemeld en die heeft deelgenomen aan de studiekeuzeactiviteiten, een studiekeuzeadvies uit. Bij ministeriële regeling kan een maximum aantal studiekeuzeadviezen worden vastgesteld waarop de betrokkene recht heeft.
4.
Indien toepassing is gegeven aan de tweede volzin van het eerste lid en de betrokkene zonder geldige reden niet deelneemt aan de studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in dat lid, kan het instellingsbestuur besluiten de inschrijving van de betrokkene te weigeren.
5.
Het instellingsbestuur stelt ter uitvoering van het eerste tot en met vierde lid nadere regels vast die in elk geval betrekking hebben op:
- a.
de aard en de inhoud van de studiekeuzeactiviteiten voor de instelling of per opleiding;
- b.
de termijn waarbinnen de studiekeuzeactiviteiten plaatsvinden;
- c.
de termijn waarbinnen en de wijze waarop het studiekeuzeadvies wordt uitgebracht;
- d.
de geldige redenen van verhindering voor het deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten;
- e.
de gevolgen van het zonder geldige reden van verhindering niet deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten; en
- f.
de voorzieningen, bedoeld in het tweede lid.
6.
Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op de inschrijving voor een bacheloropleiding waarvoor een selectieprocedure is ingesteld.