Einde inhoudsopgave
Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
02-11-2012, Stb. 2012, 596 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2012, terugwerkend tot: 01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-11-2012, Stb. 2012, 596 (uitgifte: 30-11-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid werkloosheid / Uitkeringshoogte
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd en het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel zijn ingetrokken met ingang van 1 januari 2003.
2.
Betrokkene die op 31 december 2002 recht heeft op een uitkering ingevolge een in het eerste lid genoemd besluit of die verkeert in een omstandigheid als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onder c, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, heeft, indien het recht op die uitkering na vorenbedoelde dag zou voortduren of herleven, recht op een uitkering krachtens dit besluit. Voor de duur en de hoogte van de uitkering krachtens dit besluit wordt uitgegaan van het tijdstip van het ontstaan van de in de eerste volzin bedoelde voorafgaande uitkering en van de normen van het besluit dat daaraan ten grondslag heeft gelegen. Voor de ingevolge dit artikellid toe te kennen uitkering wordt betrokkene aangemerkt als rechthebbende op een WW-uitkering die daarop niet in mindering strekt.
3.
Indien de uitkering krachtens de WW en de uitkering krachtens dit besluit waar betrokkene bedoeld in het tweede lid recht op heeft, lager is dan de uitkering ingevolge het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel waarop betrokkene recht had op de dag voorafgaande aan de datum, bedoeld in het eerste lid, of op de dag waarop zijn uitkering is geëindigd als gevolg van een omstandigheid als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onder c, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, heeft betrokkene recht op een garantie-uitkering krachtens dit besluit. De garantie-uitkering bedraagt het verschil tussen de uitkering ingevolge het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel waarop de betrokkene recht zou hebben gehad als dat besluit op grond van het eerste lid niet zou zijn ingetrokken en de uitkering krachtens de WW aangevuld met de uitkering krachtens dit besluit. Indien de uitkering op grond van het Werkloosheidsbesluit defensiepersoneel, de WW of dit besluit op grond van enige wettelijke bepaling geheel of gedeeltelijk is geweigerd, dan wel niet of niet geheel is betaald, wordt deze uitkering voor de vastelling[lees: vaststelling] van de garantie-uitkering geacht onverminderd te zijn genoten. Op de garantie-uitkering is artikel 7 van overeenkomstige toepassing.
4.
Indien de uitkering krachtens de WW lager is dan de uitkering ingevolge het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd waarop betrokkene recht had op de dag voorafgaande aan de datum, bedoeld in het eerste lid, of op de dag waarop zijn uitkering is geëindigd als gevolg van een omstandigheid als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onder c, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, heeft betrokkene recht op een garantie-uitkering krachtens dit besluit. De garantie-uitkering bedraagt het verschil tussen de uitkering ingevolge het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd waarop de betrokkene recht zou hebben gehad als dat besluit op grond van het eerste lid niet zou zijn ingetrokken en de uitkering krachtens de WW. Indien de uitkering op grond van het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd of de WW op grond van enige wettelijke bepaling geheel of gedeeltelijk is geweigerd, dan wel niet of niet geheel is betaald, wordt deze uitkering voor de vaststelling van de garantie-uitkering geacht onverminderd te zijn genoten. Op de garantie-uitkering is artikel 7 van overeenkomstige toepassing.
5.
6.
De in het vijfde lid genoemde besluiten blijven van kracht ten aanzien van degenen van wie de ontslagdatum is gelegen voor 1 juli 1996 en ten aanzien van degenen die zijn of worden ontslagen in het kader van het Sociaal Beleidskader Defensie, zoals dat luidde op 31 december 2011 en wegens diezelfde onvrijwillige werkloosheid geen aanspraak maken op een uitkering krachtens de WW.
7.
bij de toepassing van het zesde lid wordt in geval van van[lees: van] een deeltijddienstverhouding voor de berekening van het wachtgeld de laatstgenoten bezoldiging vermenigvuldigd meteen breuk, waarvan:
- a.
de teller wordt gevormd door het geheel van voor de pensioengrondslag in beschouwing te nemen inkomsten en baten, voor zover deze feitelijk zijn genoten, en
- b.
de noemer gelijk is aan de laatstgenoten bezoldiging.