NJ 2014/189
Openen en betreden koelruimte levert geen doorzoeking op.
HR 18-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:642, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 maart 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/04304
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS161821:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:642, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:165, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑04‑2013
- Wetingang
Essentie
Verbalisanten hebben na binnentreden op grond van art. 20 WED een niet afgesloten roldeur van een koelruimte in een bedrijfshal geopend, welke deur toegang gaf tot een in het pand aanwezige ruimte van vijf bij zes meter, en hebben vervolgens deze ruimte betreden. Er was geen sprake van een doorzoeking, nu de bevoegdheid tot het binnentreden in een perceel omvat de bevoegdheid om zich de doorgang in dat perceel te verschaffen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 augustus 2012, nummer 20/002703-11, in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.