Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1727 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ
Artikel 42 Samenwerking tussen de EDPS en de nationale toezichthoudende autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Politierecht / Organisatie
Staatsrecht / Rechtspraak
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De EDPS werkt nauw samen met de nationale toezichthoudende autoriteiten bij specifieke kwesties waarvoor nationale betrokkenheid vereist is, met name in het geval dat de EDPS of een nationale toezichthoudende autoriteit grote verschillen tussen praktijken van de lidstaten of een potentieel onrechtmatige gegevensoverdracht via de kanalen van Eurojust constateert, dan wel in de context van vragen van een of meer nationale toezichthoudende autoriteiten over de uitvoering en de uitlegging van deze verordening.
2.
In de in lid 1 bedoelde gevallen wordt overeenkomstig artikel 62 van Verordening (EU) 2018/1725 gezorgd voor gecoördineerd toezicht.
3.
De EDPS houdt de nationale toezichthoudende autoriteiten ten volle op de hoogte van alle aangelegenheden die hen rechtstreeks of anderszins raken. De EDPS informeert nationale toezichthoudende autoriteiten over specifieke aangelegenheden op verzoek van één of meer van hen.
4.
In zaken in verband met gegevens die afkomstig zijn van een of meer lidstaten, met name in de in artikel 43, lid 3, bedoelde gevallen, raadpleegt de EDPS de betrokken nationale toezichthoudende autoriteiten. De EDPS neemt pas een besluit over verdere maatregelen nadat de nationale toezichthoudende autoriteiten hem binnen een door de EDPS gestelde termijn hun standpunt kenbaar hebben gemaakt. Die termijn bedraagt niet minder dan één en niet meer dan drie maanden. De EDPS houdt zorgvuldig rekening met het standpunt van de betrokken nationale toezichthoudende autoriteiten. Indien de EDPS van plan is hun standpunt niet te volgen, laat hij hun dat met opgave van redenen weten, en legt hij de zaak voor aan het Europees comité voor gegevensbescherming.
In gevallen die de EDPS uiterst dringend acht, kan hij besluiten onmiddellijk actie te ondernemen. In dergelijke gevallen brengt de EDPS de nationale toezichthoudende autoriteiten onmiddellijk op de hoogte en onderbouwt hij de dringende aard van de situatie en rechtvaardigt hij de door hem ondernomen actie.
5.
De nationale toezichthoudende autoriteiten houden de EDPS op de hoogte van alle stappen die zij nemen in verband met de overdracht, de opvraging of andere verstrekking van operationele persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening door de lidstaten.