Gst. 2014/45
Redelijke termijn in niet-punitieve zaken is uniform vier jaar. Behandelingsduur voor bezwaar halfjaar, beroep 1,5 jaar en hoger beroep 2 jaar. Duur van prejudiciële procedure bij het HvJ EU buiten beschouwing gelaten. Verzoek om (immateriële) schadevergoeding. Verzoek conclusie A-G (door Grote Kamer). Uitspraak Grote Kamer. Rechtseenheid.
ABRvS 29-01-2014, ECLI:NL:RVS:2014:188, m.nt. B. Kaya (Uniformering redelijke termijn)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 januari 2014
- Magistraten
Mrs. J.E.M. Polak, P.J.J. van Buuren, T.G.M. Simons, dr. M.W.C. Feteris en mr. R.F.B. van Zutphen
- Zaaknummer
201302106/1/A2
- Noot
B. Kaya
- Roepnaam
Uniformering redelijke termijn
- JCDI
JCDI:ADS917878:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:188, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑01‑2014
- Wetingang
(Awb art. 8:10a; 8:12a; 8:73, EVRM art. 6)
Essentie
Redelijke termijn in niet-punitieve zaken is uniform vier jaar. Behandelingsduur voor bezwaar halfjaar, beroep 1,5 jaar en hoger beroep 2 jaar. Duur van prejudiciële procedure bij het HvJ EU buiten beschouwing gelaten. Verzoek om (immateriële) schadevergoeding. Verzoek conclusie A-G (door Grote Kamer). Uitspraak Grote Kamer. Rechtseenheid.
Samenvatting
Bij uitspraak van 1 februari 2013 heeft Rechtbank Oost-Brabant verzoeken van [appellanten] om vergoeding van schade vanwege overschrijding van de redelijke termijn afgewezen. Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] hoger beroep ingesteld.
Voor zover het zaken betreft waarvoor geldt dat de Afdeling en het College van Beroep voor het bedrijfsleven daarover ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.