NJ 1954/240
Generale preventie geen grond voor gevangenhouding.
HR 02-03-1954, ECLI:NL:HR:1954:189, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 maart 1954
- Magistraten
Mrs Fick, Feber, v. Berckel, Westerouen van Meeteren, Haga
- Zaaknummer
[02031954/NJ_1954-240]
- Conclusie
Mr. Loeff
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109734:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1954:189, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑1954
- Wetingang
(Sv. art. 64). 1
Essentie
Generale preventie geen grond voor gevangenhouding.
Samenvatting
De aard van de voorlopige hechtenis brengt mede, dat de redenen voor haar toepassing gelegen moeten zijn in den persoon van den verd. zelven en dat van zijn zijde gevaar moet dreigen, indien hij in vrijheid blijft.
Al moge afschrikking van anderen als bijoogmerk bij de oplegging van straf van een veroordeelde in aanmerking kunnen komen, vermag het enkele op zodanige beschikking gerichte doel het leed der vrijheidsbeneming, dat dengene treft, die nog niet is veroordeeld voor het feit waarvan hij nog slechts is verdacht, niet te rechtvaardigen.
De tegengestelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.