HR, 09-07-2019, nr. 18/00261
ECLI:NL:HR:2019:1157
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
09-07-2019
- Zaaknummer
18/00261
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2019:1157, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:760
ECLI:NL:PHR:2019:760, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2019
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2019:1157
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2019-0289
Uitspraak 09‑07‑2019
Inhoudsindicatie
Diefstal d.m.v. braak, meermalen gepleegd (art. 311.1.5 Sr) en schuldheling (art. 417bis Sr). Hof heeft verdachte n-o verklaard in zijn h.b., omdat het te laat is ingesteld. Art. 408.2 Sv. HR: Op gronden vermeld in CAG is middel terecht voorgesteld. Volgt vernietiging en terugwijzing. CAG: Aan inhoud van in cassatie overgelegde stukken afkomstig van “Kaunas District Court” (Litouwen) valt ernstig vermoeden te ontlenen dat mededeling verstekvonnis aan verdachte weliswaar in persoon heeft plaatsgevonden maar dat mededeling niet heeft plaatsgevonden op 29-3-2017 maar op 12-4-2017. Nu in redelijkheid niet kan worden getwijfeld aan herkomst en betrouwbaarheid van deze stukken kan bestreden arrest niet in stand blijven. Er valt niet uit te sluiten dat op 20-4-2017 ingesteld h.b. tijdig is gedaan.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00261
Datum 9 juli 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van24 oktober 2017, nummer 22/001820-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
hierna: de verdachte.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt enP. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1
Het middel keert zich tegen de beslissing van het Hof tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.
2.2
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 8 is het middel terecht voorgesteld.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren J.C.A.M. Claassens en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2019.
Conclusie 04‑07‑2019
Inhoudsindicatie
Diefstal d.m.v. braak, meermalen gepleegd (art. 311.1.5 Sr) en schuldheling (art. 417bis Sr). Hof heeft verdachte n-o verklaard in zijn h.b., omdat het te laat is ingesteld. Art. 408.2 Sv. HR: Op gronden vermeld in CAG is middel terecht voorgesteld. Volgt vernietiging en terugwijzing. CAG: Aan inhoud van in cassatie overgelegde stukken afkomstig van “Kaunas District Court” (Litouwen) valt ernstig vermoeden te ontlenen dat mededeling verstekvonnis aan verdachte weliswaar in persoon heeft plaatsgevonden maar dat mededeling niet heeft plaatsgevonden op 29-3-2017 maar op 12-4-2017. Nu in redelijkheid niet kan worden getwijfeld aan herkomst en betrouwbaarheid van deze stukken kan bestreden arrest niet in stand blijven. Er valt niet uit te sluiten dat op 20-4-2017 ingesteld h.b. tijdig is gedaan.
Nr. 18/00261 Zitting: 4 juni 2019 (bij vervroeging) | Mr. P.C. Vegter Conclusie inzake: [verdachte] |
De verdachte is bij verstekarrest van 24 oktober 2017 door het Gerechtshof Den Haag niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. Mr. R.J. Baumgardt en mr. P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, hebben één middel van cassatie voorgesteld.
Het middel klaagt over de beslissing om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.
De bestreden uitspraak houdt in:
“De verdachte was op 29 maart 2017 bekend met het vonnis waarvan beroep, omdat op die datum de mededeling uitspraak van dat vonnis aan de verdachte in persoon is uitgereikt.
De verdachte had derhalve binnen veertien dagen hierna in hoger beroep moeten komen. De verdachte heeft echter eerst op 20 april 2017 hoger beroep ingesteld en er is niet gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar maken, zodat hij daarin niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.”
5. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard omdat hij, uitgaande van omstandigheid dat de mededeling uitspraak van het verstekvonnis aan de verdachte in persoon is uitgereikt op 29 maart 2017, niet binnen veertien dagen na deze mededeling in hoger beroep is gegaan.
6. Tot de stukken van het geding behoort een vanuit het Litouws in het Engels vertaald document, gehecht aan de mededeling uitspraak, afkomstig van het “Kaunas District Court” (Litouwen), een “certificate of service” waarop onder meer staat vermeld “Date and place of service 29/03/2017”. Daaruit heeft het hof kennelijk afgeleid dat op 29 maart 2017 aan de verdachte is medegedeeld dat hij in Nederland bij verstek is veroordeeld, waardoor de termijn van 14 dagen is gaan lopen.
7. Aan de schriftuur zijn gehecht twee documenten in de Litouwse taal afkomstig van het “Kaunas District Court” (Litouwen). Van beide documenten is tevens een vertaling in de Engelse taal bijgevoegd. Het betreft :
1. Een document met vermelding in de aanhef Criminal case No. T-521-825/2017. Category of procedural decrees 2.3.2.2.16 Kaunas District Court Minutes of Court Session 12 april 2017 Kaunas inhoudende:
“The meeting was scheduled at 8:45.
Chairman of the court session judge of Kaunas District Court Bronius Varsackis, secretary of court hearings [naam] .
No audio Recording is made.
The court addressed the submission of the Netherlands on the serving of documents to [verdachte] .
The secretary of the meeting reports that the following person appeared to the court hearing:
The person charged with criminal offences [verdachte]
The person was serviced the documents sent from the Netherlands, with signature confirmation of receipt.
The meeting was scheduled at 8:46.
Judge: Bronius Varsackis
Secretary of court hearings: [naam] ”
2. Een schrijven aan mr. R. Delgrado (rd@advocatenkantoordelgado.nl) van 23 maart 2018 inhoudende:
“For the requested application.
We would like to inform you that during the trial 12 of April 2017 [verdachte] was served in the Kaunas District Court the procedural documents received from the Kingdom of the Netherlands, so the date of the certificate of delivery on 29 of March, 2018 is incorrect.
Judge Indrė Averkienė.”
8. Aan de inhoud van de in cassatie overgelegde stukken valt het ernstige vermoeden te ontlenen dat de mededeling van het verstekvonnis aan de verdachte weliswaar in persoon heeft plaatsgevonden, maar dat de mededeling niet heeft plaatsgevonden op 29 maart 2017, maar op 12 april 2017. Nu in redelijkheid niet kan worden getwijfeld aan de herkomst en betrouwbaarheid van deze stukken kan het bestreden arrest niet in stand blijven. Er valt niet uit te sluiten dat het op 20 april 2017 ingestelde hoger beroep tijdig is gedaan.
9. Het middel slaagt.
10. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
11. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar Gerechtshof Den Haag, teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG